Lijst van burgemeesters van Den Haag
Wapen van de Gemeente Den Haag
Dit is een lijst van burgemeesters van de Nederlandse gemeente Den Haag in de provincie Zuid-Holland .
Benoemingen
De lengte van de termijn van een benoeming tot burgemeester was, tot 1795, telkens één jaar, ingaande op Sint-Catharina (25 november) tot dezelfde dag een jaar later. De benoeming geschiedde op voordracht van de magistraat en de vroedschap gezamenlijk, door de landsheer , vervolgens door de stadhouder en tijdens de stadhouderloze tijdperken door de Staten van Holland en West-Friesland . Het was gebruikelijk dat de benoemingen tot burgemeester rouleerden onder de leden van de magistraat en vroedschap. Een politicus/stadsbestuurder was dus afwisselend lid van de vroedschap, schepen of burgemeester, waarbij alleen de meest aanzienlijke personen in aanmerking kwamen voor een benoeming als burgemeester.
1559 tot 1591
Op 16 november 1559 verleent koning Filips II aan Den Haag octrooi om twee burgemeesters te hebben, “tot sulcken eeren, rechten ende preëminentiën als de burgemeesters van andere grote of kleine steden van Holland gebruiken en genieten” . Instelling op 28 april 1587 van de “Sociëteit der Hoge Collegiën en van der Hage ”. Dit was een van de twee bestuurscolleges die Den Haag bestuurden, want naast het bestuur van het dorp werd een deel van het grondgebied (Binnenhof en omgeving) door de Staten van Holland bestuurd. Zij hadden elk een stem bij de benoemingen van de Haagse burgemeesters.
Jacob Willemsz. van der Mye († 21 mei 1561 ) werd in 1560 burgemeester van Den Haag
Dirk van Alkemade van 10 april 1560 - 1572
Joost van Hogenhouck in 1562
Arent Huygensz , genoemd in 1567 als oud-burgemeester
Michiel Claesz van den Berg van 1567-1568
Claes van Dam van 1567-1568
Adriaen van der Lindt van 1568-1570
Adriaen Hugensz van de Velde , burgemeester 1570-1571
Willem Moons van november 1572 tot oktober 1573, broer van Magdalena Moons ?
Joost Jacobsz Hogenhouck , burgemeester van 1575-1578 en 1580-1581 (als Joost Jacobsz), 1582-1584, 1587-1588 en 1591-1592 (als Joost Jacobsz Hogenhouck)
Jacob van Dorp (Willemszoon), burgemeester van 1575-1576, 1578-1580
Symon van der Does van 1578-1581
Cornelis van Bleijenburch , 16de eeuw, zijn huis was hoek Pooten en Houtstraat
Cornelis Zybrantsz van Brederode van 1581-1582 en 1583-1585
Johan van der Wiele (Van der Wyele) van 1584-1585
Adriaen Screvelsz van 1585-1587, 1591-1597, 1599-1602
Frederik van Elburch van 1587-1588
Jacob van der Burch van 1590-1591
Antonis van Cats burgemeester van 1590-1593
1591 tot 1795
Op 21 januari 1591 verlenen de Staten van Holland octrooi aan Den Haag om drie burgemeesters te mogen hebben.
Arent Boll van Hamersfelt (Aernt), 1591-1594
Jacob van der Burch van 1592-1593
Cornelis van Blyenburch van 1593-1597
Jacob Cornelisz. van Wouw (van Wou) 1594-1597, 1600-1607, 1609-1612, 1615-1618
Heyman Kiggelaar (Gillisz) van 1597-1599
Everart Quirynsz van 1598-1600, 1602-1604, 1605-1607, 1609-1611, en 1613-1615
Dammas Goudt van 1599-1600
Aelbrecht Heinricxz (Aelbert Hendriksz) van 1600-1602
Jan Cocq (Janszoon) van 1602-1609, 1612-1614
Pieter Jansz Palestein van 1607-1609, 1611-1613, 1614-1615, 1618-1619
Claes Cornelisz van 1609-1613, 1614-1615
Johan (Jan) Quartelaer van 1613-1619, 1623-1627
Govert Jacobsz van Duynen van 1615-1618
Thomas van Cassiopijn van 1618-1620, 1622-1626, 1627-1631
Pieter van Treslong van 1619-1621
Abraham le Fever van 1619-1621
Johan (Jan) Hendriksz Nobel (1559-1633), van 1620-1622 en 1631-1633
Johan Halling van 1621-1623, 1651-1653, 1657-1659
Albert Claesz van Ravesteyn (van Ravestein) van 1621-1623
Gaspar van Kinschot 1592-1654) van 1623-1629
Nicasius Hanneman van 1626-1631, 1633-1638, 1639-1644
Rochus Nieuwlant van 1629-1633
Pieter Jansz Splinter van 1631-1634, 1639-1644
Jonathan van Luchtenburch van 1633-1634
Aelbert Bosch van 1634-1639, 1644-1648
Arent Quartelaer van 1634-1637
Hendrik van Slichtenhorst van 1637-1639
Ewout Brandt († 1671) van 1638-1640, 1665-1668, 1670-1671
Pieter Stalpert van der Wiele (1597-1660), 1640-1645
Johan Sixti van 1644-1650
Philips Doubleth († 1674) (Heer van Groenevelt) van 1645-1651, 1672-1674
Johan Doudijns (Doudyns) van 1648-1650, 1655-1657
Hendrik Both van der Eem († 1656) van 1650-1651, 1654-1656
Cornelis Splinter van 1650-1652, 1653-1655, 1656-1657
Thomas Cletcher jr. (1598-1666), 1652-1654, 1655-1657
Johan van Duynen van 1653-1655, 1657-1659
Simon Hulshout van 1657-1659
Dirck van der Lisse (1607-1669), 1659-1669
Willem van der Does († 1668) van 1659-1661, 1662-1664, 1665-1667, 1668
Jacob van der Hoeve (Van der Houve) van 1659-1662, 1663-1665, 1667-1669
Jacob van der Does († 1666) van 1661-1663, 1664-1666
Johan van Banchem van 1661-1663
Marcus van der Hoeve (Van der Houve) van 1665-1667, 1671-1672
Willem Donker van 1668-1671
Johan Maes van 1669-1670
Anthony Pieterson van 1669-1670
Pieter van Groenevelt van 1670-1672
Pieter Stalpert van der Wiele Jr. van 1671-1672
Johan Rosa van 1672-1676, 1679-1681, 1683-1685, 1687-1689, 1691-1693, 1697-1699
Willem Rottermont van 1672-1676
Johan van der Maa van 1676-1680
Nikolaes Splinter († 1696) van 1676-1680, 1682-1684, 1686-1687, 1689-1691
Willem Lesier van 1676-1678
François Doubleth (1642-1688), 1680-1682 en 1684-1686
Johan Dedel van 1680-1682, 1684-1686, 1689-1697, 1699-1701, 1702-1704
Johan van Byemont (1656-1710), 1682-1684, 1685-1687, 1688-1690, 1693-1695, 1697-1699, 1701-1703, 1705-1707, 1709-1710
Willem van Schuylenburch , 1681-1683 (Tresorier van Den Haag van 1688 tot 1708)
Ewout Brandt Jr. van 1686-1688, 1690-1692, 1695-1697, 1699-1701, 1703-1705
Paulus van Assendelft (†1729), 1687-1689, 1692-1694, 1697-1699, 1701-1703, 1705-1707, 1709-1711, 1713-1715, 1717-1719, 1721-1723, 1725-1727
François-Louis van der Wiele (†1714), 1694-1697, 1699-1701, 1703-1705, 1707-1709, 1711-1713
Samuel Huls , 1701-1702
Gijsbert van Kinschot (1663-1737), 1704-1706, 1708-1710, 1712-1714, 1716-1718, 1720-1722, 1725-1726, 1728-1730, 1732-1734, 1736-1737
Adriaen van Spierinxhoek (†1729), 1710-1711, 1713-1715, 1717-1719, 1721-1723, 1725-1727
Willem Comans (†1718), 1715-1716
Willem van Assendelft , 1715-1717, 1719-1721, 1723-1724, 1727-1729, 1731-1733, 1735-1737, 1739-1741, 1743-1744
Willem Anthony Pieterson , 1718-1720, 1722-1724, 1726-1728, 1730-1732, 1734-1736, 1738-1740, 1742-1744, 1746-1748, 1750-1752, 1754-1756, 1758-1759
Jan Hudde Dedel (1702-1777), tussen 1737-1739, 1741-1743, 1745-1747, 1749-1751, 1753-1755, 1757-1758, 1761-1762, 1763-1764, 1765-1767, 1769-1771, 1773-1775, 1777-1778
Jacob de Bye , 1738-1739
Jan ten Hove , 1739-1741, 1743-1745
Hendrik van Slingelandt (1702-1759), 1740-1742, 1744-1746, 1748-1750, 1752-1754, 1756-1758
Johan Pieter Dierquens (Dierkens) (1710-1780), 1741-1743, 1745-1747, 1749-1751, 1753-1755, 1757-1759, 1761-1763, 1765-1767, 1769-1771, 1773-1775 en 1777-1779
Jacob van Assendelft , 1744-45, 1747-1749, 1751-1752
Pieter de Bye , 1747-1748
Jacobus van Neck , 1748-1749, 1751-1752
Adriaan van der Goes , 1752-1753, 1755-1757, 1759-1761, 1763-1765, 1767-1769, 1771-1773, 1775-1777, 1779-1781, 1783-1785, 1791-1793
Hendrik van Ouryk , 1752-1753
Carel de Lille , 1755-1757, 1759-1761, 1763-1765, 1767-1769
Johannes Patijn , 1760, 1762-1764, 1766-1768, 1770-1772, 1774-1776, 1778-1780, 1782-1784, 1786-1788
Carel de la Bassecour , 1760-1762, 1764-1766, 1768-1770, 1772-1773
Philippus Matthias Mestre , 1771-1773
Abraham van Neck (1734-1789), 1773-1774, 1776-1778, 1781-1782, 1784-1786, 1788-1789
Pieter van de Poel , 1775-1777, 1779-1781, 1783-1785
Jan Slicher (1745-1815), 1777-1779, 1781-1783, 1785-1788, 1790-1792
Jan-François van Byemont , 1781-1783
Govert Franco van Slingelandt , 1785-1795
Willem ‘t Hoen , 1788-1790, 1792-1795
Diederik van der Burch , Heer van Spieringshoek, 1789-1790 en 1793-1795
Paulus Beelaerts van Blockland (1754-1809), Heer van Keenenburg, 1790-1791
1795 tot 1816
De Bataafse Republiek schaft het driehoofdige burgemeesterschap af, vanaf 1795 wordt Den Haag door één burgemeester bestuurd. De titel van “burgemeester van de stad” wordt vervangen door die van “president van de Municipaliteit”, later van het “Gemeente-bestuur”. Er zijn perioden dat er geheel geen (waarnemend-) burgemeester is. Het ambt van maire en adjunct-maire ontstaat.[ 1] Zij voeren gezamenlijk de burgemeesterstaken uit. Op 10 juni 1802 wordt de “Sociëteit der Hoge Collegiën en van der Hage ” opgeheven.
1816 tot 1824
In 1815 wordt besloten dat den Haag vanaf 1816 voortaan vier burgemeesters heeft.[ 2]
Sinds 1824
In 1824 wordt besloten dat Den Haag per datzelfde jaar voortaan één burgemeester zou hebben.[ 3]
Burgemeestersportretten
Jacob van Wouw
Johan Hendriksz. Nobel
Johan Quartelaer
Govert Jacobsz. van Duynen
Pieter Stalpert van der Wiele
Thomas Cletcher
Willem van der Does
Johan Dedel
François Doubleth
Willem van Schuylenburch
Hendrik baron van Slingelandt
Jan Hudde Dedel
Johan Dierquens
Adriaan van der Goes
Carel de la Bassecour
Abraham van Neck
Govert van Slingelandt
Diederik van der Burch
Jeremias Faber van Riemsdijk
Aantekeningen
Bronnen