Lijst van bisschoppen en prins-bisschoppen van Luik
Deze lijst bevat de namen, voor zover bekend, van de bisschoppen van Tongeren, Maastricht en Luik (tot 972), de rijks- en prins-bisschoppen van het prinsbisdom Luik (van 972 tot 1792) en de bisschoppen van het bisdom Luik (vanaf 1803). Het prinsbisdom Luik heeft bestaan vanaf de aanstelling van Notger in 972 tot aan de Franse overheersing 1792. Na deze datum verloor het zijn wereldlijke rechten en werd het een 'gewoon', geestelijk bisdom. Het bisdom Luik valt sinds 1967 samen met de Belgische provincieLuik.
De eerste namenlijst van de tien bisschoppen van Tongeren is samengesteld door Heriger van Lobbes en dateert uit de late 10e eeuw. Tongerse bisschoppen, wellicht met uitzondering van Maternus en Servatius, moeten waarschijnlijk als legendarisch worden beschouwd.[1]
De oudste namenlijst van de "21 heilige bisschoppen van Maastricht" werd, evenals de Tongerse lijst, samengesteld door Heriger van Lobbes in de late 10e eeuw. De zetel te Maastricht is geloofwaardig vanaf bisschop Falco. Namen van bisschoppen vóór de zesde eeuw worden niet ondersteund door eigentijdse bronnen en moeten als apocrief worden beschouwd. De zetel van het bisdom Maastricht werd waarschijnlijk omstreeks 800 definitief gevestigd in Luik.[2] De door oudere, veelal Luikse historici genoemde jaartallen 703/706 - de moord op Lambertus - of 716 - de translatie van Lambertus -, vindt tegenwoordig weinig gehoor meer.[3]
De definitieve overbrenging van de bisschopszetel van Maastricht naar Luik vond waarschijnlijk eind 8e of begin 9e eeuw plaats.[2] Vanaf het episcopaat van Lambertus tot en met Gerbaldus zetelden de bisschoppen wellicht in beide plaatsen.[4] Tot in de 11e eeuw werden de Luikse bisschoppen aangeduid als tungrensi episcopo (bisschop der Tongeren). Pas in 866 wordt voor het eerst de toevoeging leodiensis (van Luik) gebruikt.[5]
Omdat prins-bisschoppen niet altijd de geestelijke wijdingen hadden ontvangen, werd naast de titelvoerende bisschop ook een suffragaanbisschop aangeduid. De suffragaan stond in voor de ceremoniële handelingen zoals wijdingen van kerken en priesters, voorgaan in de kerkdiensten, etc. Veelal werd aan deze bisschoppen een episcopaat toegewezen buiten het bisdom waar zij als suffragaan optraden:
Jacques de Vitry (1216-1219)
Arnulfus (ca. 1250)
Bonaventura (ca. 1289)
Herman van Keulen, bisschop van Henna (1315-1332), benedictijner monnik van Sint-Martinus te Keulen
Lietbertus (1472-1474), franciscaan, bisschop van Beiroet
(fr) Bijsterveld, Arnoud-Jan, 'De Notger à Henri de Leez: la formation du patrimoine liégeois en Texandrie, fin du Xe – moitié du XIIe siècle', in: A. Wilkin en J.-L. Kupper, red. (2013): Évêque et prince. Notger et la Basse-Lotharingie aux alentours de l'an Mil, Série Histoire 2, pp. 65-92 & platen IX-XVI. Presses Universitaires de Liège, Luik
Bijsterveld, Arnoud-Jan, 'Bisdommen, kapittels, kloosters en kerken in de Volle Middeleeuwen', in: P. Tummers, L. Berkvens, A.-J. Bijsterveld, A. Knotter, L. Wessels met F. Hermans en E. van Royen, red. (2015): Limburg. Een geschiedenis (3 dln.), deel I, pp. 241-267. LGOG, Maastricht
↑ abZie o.a. R. Hackeng, Het Middeleeuws grondbezit van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht in de regio Maas-Rijn (Maastricht, 2006), pp. 36 en 205 (online tekst).
↑Genoemde jaartallen zijn gebaseerd op de 11e-eeuwse bisschoppenlijst van Anselmus van Luik (De la Haye, p. 87).