Deze bossen hebben in de Lage Landen een duidelijk gelaagde vegetatiestructuur met naast de boomlaag, met dominantie van loofbomen, een meestal goed ontwikkelde en soortenrijke struik-, kruid- en moslaag. In veel bossen uit deze klasse kunnen omhoog klimmende lianen aspectbepalend optreden.
Ecologie
De klasse van eiken- en beukenbossen op voedselrijke grond omvat gemengde, zomergroene loofbossen op droge tot matig natte, betrekkelijk eutrofe, minerale bodems of op gemineraliseerde veenbodems.
Deze bossen zijn vrij algemeen en komen vooral voor in rivier- en beekdalen en in heuvelachtig gebied als hellingbos.
Mycoflora
Verscheidene paddenstoelen zijn aangewezen op (bepaalde) bosgemeenschappen uit de klasse van eiken- en beukenbossen op voedselrijke grond. Een voorbeeld is kleibosrussula.
Onderliggende syntaxa in Nederland en Vlaanderen
De klasse van eiken- en beukenbossen op voedselrijke grond wordt in Nederland en Vlaanderen vertegenwoordigd door één orde met drie onderliggende verbonden. In totaal telt de klasse alhier 13 associaties.
In de onderstaande synoptische tabel staan de belangrijkste kentaxa van deze klasse van eiken- en beukenbossen op voedselrijke grond in Nederland en Vlaanderen.
Decleer, K. (red.), 2007: Europees beschermde natuur in Vlaanderen en het Belgisch deel van de Noordzee. Habitattypen, dier- en plantensoorten. Mededelingen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO.M.2007.01, Brussel, 584 p. ISBN 978-90-403-0267-1