Hausmann was de dochter van een onderwijzer die op latere leeftijd blind geworden was en voor wie zij, tot zijn dood, de verzorging op zich nam. Daarna woonde zij met haar zusters in Zuid-Frankrijk, Duitsland en Sint-Petersburg. Zij overleed tijdens een vakantie in haar geboorteland. De meeste gedichten die zij schreef, liet zij bescheidensheidshalve niet onder haar eigen naam publiceren. Daarom is een deel van haar oeuvre ten onrechte toegeschreven aan Gustav Knak die zich op haar verzoek belast had met de bezorging van haar teksten.
So nimm denn meine Hände is overal ter wereld, in kringen van de reformatie, een populair gezang. De tekst ervan vraagt om goddelijke leiding en barmhartigheid, nu en in het uur van de dood. Het lied werd - in de Duitstalige versie (volgens Huub Oosterhuis"om hem te eren die als Duitser in staat was Nederlandse oorlogswonden te genezen") - gezongen tijdens de uitvaart van de Nederlandse prins-gemaal Claus van Amsberg.
Biografie
Maiblumen. Lieder einer Stillen im Lande. 2 delen, 1862
Bilder aus dem Leben der Nacht im Lichte des Evangeliums. 1868
Hausbrot. Schlichte Morgen- und Abend-Andachten. 1899
Blumen aus Gottes Garten. Lieder und Gedichte. 1902 (postuum uitgegeven verzamelde gedichten)