Josef Ferdinand Norbert Seger (ook: Seeg(e)r, Segert en Zegert) (Řepín, 21 maart 1716 – Praag, 22 april 1782) was een Boheemse componist, muziekpedagoog, violist en vooral organist en een belangrijk vertegenwoordiger van de Oud-Boheemse school.
Seger was een leerling van Bohuslav Matěj Černohorský. Hij werkte als zanger en violist aan verschillende Praagse kerken. In 1741 werd hij organist aan de Rooms-Katholieke parochiekerk van onze lieve vrouw van Teyn (Tsjechisch: «Kostel Panny Marie před Týnem») en in 1745 aan de Kreuzherrenkerk in Praag. Als belangrijke leerlingen van hem kan men Jan Evangelista Antonín Koželuh, Karel Blažej Kopřiva, Jakub Jan Ryba, Jan Václav Hugo Voříšek en Josef Mysliveček tellen. In 1782 wilde keizer Jozef II Seger als hoforganist naar Wenen beroepen, maar Seger overleed intussen.
Seger heeft als componist meerdere honderd orgelwerken (preludes, toccata's en fuga's), missen, motetten, psalmen en litanieën geschreven. Tijdens de klassieke en romantische periode verloren zijn werken, zoals die van andere barok-componisten, aan populariteit en werden ze slechts bij het begin van de 20e eeuw herontdekt.