Het eerste boek dat hij illustreerde was De zeven hoofdzonden (1970), een compilatie van Remco Campert met zeven auteurs die elk een doodzonde voor hun rekening namen.
Daarna illustreerde hij onder andere Tjeempie, of Liesje in Luiletterland van Remco Campert (1976) en Het rijk van Jabeer - getransformeerde sprookjes (Rudy Kousbroek, 1984). Het boek Een hele grote badkuip vol van Theo Olthuis kreeg in 1984 'Vlag en Wimpel' voor de illustraties.
Hij woont in Amsterdam. Zijn vader, Charles Roelofsz, was hoogleraar aan de Rijksakademie. Zelf was hij docent aan de AKI te Enschede en signeerde daarom een tijdlang zijn werk als Prof. Roelofsz.
Met Rogier Proper maakte hij de tekenfilmLife and Death (7 min). Deze animatiefilm toont een reeks tekeningen die steeds verder op het onderwerp uitzoomen in een quasi eindeloze loop. Het project kreeg in 1980 de eervolle vermelding 'Mention de Qualité' van het Centre National de la Cinématographie in Parijs.[1]