Nadat Termijtelen in 1913 werd benoemd tot adelborst der eerste klasse, werd hij uitgezonden naar Nederlands-Indië.
Daarna volgde zijn beëdiging als officier bij de Koninklijke Marine. In 1916 werd hij geplaatst bij de Torpedodienst te Den Helder.[1] Gedurende de Eerste Wereldoorlog raakte hij betrokken bij het opruimen van mijnen. Bij een ongeluk met een mijn aan boord van Hr.Ms. Hellevoetsluis in november 1918 raakte hij levensgevaarlijk gewond. Hij herstelde daarvan gelukkig geheel.[2]
In Nederland brak op 10 mei 1940 de Tweede Wereldoorlog uit en na vijf dagen strijd moest Nederland capituleren voor de Duitsers. Nederlands-Indië bleef vooralsnog gespaard voor het oorlogsgeweld. In die regio was Termijtelen tot juli 1941 commandant van de Tromp. Uit Australië gekomen, verbleef de Tromp twee weken in Soerabaja, waar de commando-overdracht plaatsvond. De bemanning zag de commandant met leedwezen vertrekken.[5]
Hij vertrok van Nederlands-Indië naar Londen op verzoek van Furstner, op dat moment minister van Marine bij de regering in ballingschap. Furstner stelde veel vertrouwen in hem en had hem benoemd tot Chef Marinestaf. In feite werd Termijtelen dienstdoend secretaris-generaal van het ministerie van marine.[6] Dat bleef hij tot in 1945. Tegelijkertijd vervulde hij de administratieve functie van Commandant der Marine in het Verenigd Koninkrijk en vanaf 1944 Directeur der Luchtstrijdkrachten.
Begin 1942 zag het er even naar uit, dat aan Termijtelens plaatsing in Londen een einde zou komen. Men overwoog hem Nederland te laten vertegenwoordigen bij de Combined Chiefs of Staff in Washington, maar uiteindelijk wenste Furstner hem in Londen te houden. Hij vond hem een te waardevolle figuur voor de rol die hij namens Nederland in Washington zou kunnen spelen.[7] Op 13 februari 1942 bezocht Termijtelen in het Witte Huis President Roosevelt met generaal-majoorDijxhoorn en gezant Loudon om over deze rol te spreken.[8] Vanaf 1943 werd hij in Londen belast met de plannen om na de bevrijding van het moederland zo doeltreffend mogelijk deel te nemen aan de bondgenootschappelijke strijd tegen Japan.[9]
Na de Tweede Wereldoorlog bleef Termijtelen tot 1947 bij de Koninklijke Marine in dienst. Als Chef Marinestaf in Nederland was hij de tweede man in de marinetop, direct onder de bevelhebber der Zeestrijdkrachten. Belangrijkste taak was de wederopbouw van de Nederlandse marine.
Na zijn vertrek bij de Koninklijke Marine trad hij in dienst bij het K.N.M.I. in De Bilt. Begin 1948 werd hij daar directeur van de afdeling Oceanografie en Maritieme Meteorologie. Na zijn pensionering aldaar werd hem gevraagd om voor enige tijd opnieuw in dienst te treden in de speciaal voor hem gecreëerde functie van directeur in algemene dienst.
↑(nl) Het ongeluk betrof het springen van een pistool van een mijn. Schipper van der Ham, Officier van gezondheid N. van Buren en Matroos1 F.H.C. Sanders kwamen bij dat ongeluk om het leven. Schoonoord, Dr.D.C.L.(onder redactie van), Honderd Jaargangen Marineblad, bladzijde 59
↑(nl) Nederland's Patriciaat, 71e Jaargang 1987, Centraal Bureau voor Genealogie, 's-Gravenhage, bladzijde 401
↑(nl) Hr. Ms. Tromp zou vervolgens noodgedwongen bijna zeven jaar buiten het moederland blijven – Bezemer, K.W.L.,Verdreven doch niet verslagen, verdere verrichtingen der Koninklijke marine in de Tweede Wereldoorlog, blz. 285
↑(nl) Bezemer, K.W.L., Verdreven doch niet verslagen, verdere verrichtingen der Koninklijke marine in de Tweede Wereldoorlog, bladzijde 288
↑(nl) Neumann, H.J., Impasse te Londen, Nederlands Veiligheidsbeleid 1940-1945, bladzijde 110
↑(nl) Vos van Steenwijk, Mr. A.N. baron de, Het marinebeleid in de Tweede Wereldoorlog, bladzijde 100