Huis Blankenberg is een kasteel gelegen aan de Blankenberg in het gehucht Honthem bij Cadier en Keer dat tegenwoordig deel uitmaakt van de Nederlands Limburgse gemeente Eijsden-Margraten.
Geschiedenis
Middeleeuwse burcht
Het huidige kasteel stamt uit 1825 en is gebouwd op de fundamenten van een middeleeuwse donjon, oorspronkelijk gelegen aan de heerbaan van Maastricht naar Limburg en Trier.[bron?] In 1370 maakte het kasteel deel uit van de schepenbank Cadier. De eerste vermelding van een eigenaar is in 1381, waarbij sprake is van een zekere Arnold d’Elen. Hij verkocht het kasteel aan de familie Bongart die haar zetel op kasteel De Bongard in Bocholtz had. Na deze familie kwam het kasteel in bezit van achtereenvolgens de families De Herten en De Horion. Door vererving kwam het daarna in bezit van de familie Cortenbach en door verkoop in 1627 aan Wolter Hoen. De familie Hoen was een wijdvertakte familie die vele andere kastelen in Zuid-Limburg bezat. Vervolgens kwam het kasteel in bezit van de families Jacobi en Van Hemerstein en ten slotte kwam het in bezit van Salomon Reinier Marius Pichot du Plessis.
Herbouw en bewonersgeschiedenis 19e eeuw
In 1825 sloopte Pichot du Plessis de oude burcht tot op het maaiveld en bouwde op de fundamenten het huidige huis in neoclassicistische stijl, als een lustoord met daarbij een prachtig park. Voor die tijd was het een heel modern gebouw met grote ramen en witgekalkte gevels. Inwendig had het fraaie zalen en een trap in Empirestijl.
Toen Pichot du Plessis in 1840 overleed, werd Blankenberg in 1841 verkocht aan de Belgische advocaat en raadsheer bij het hof van beroep in Luik, "Nicolas" Louis Eugène de Chestret (1803-1856), jongste zoon van Barthélémy de Chestret de Haneffe en Marie-Anne d'Erkenteel.[1][2] Bijna vijftien jaar lang bewoonde hij het huis met zijn echtgenote Marie-Charlotte de Moffarts en kinderen vrijwel het gehele jaar. Alleen in de winter resideerde men in Luik.
Na zijn overlijden kwam Blankenberg in bezit van zijn oudste zoon, Jean Remi Marie Jules de Chestret (1833-1909), getrouwd met Mathilde de Warzée d'Hermalle (1834-1863). Hij was lid van de Koninklijke Academie van België en andere wetenschappelijke verenigingen, archeoloog, historicus, numismaat, lid van LGOG en kort burgemeester van Donceel (1879-1882). Hij bewoonde Blankenberg het jaar rond van 1857 tot 1882 en raakte onder meer bevriend met de archeoloog/historicus Jos Habets. In 1881 erfde hij de titel 'baron de Haneffe' van zijn oom Hyacinthe.[noot 1]
Vroeg weduwnaar geworden, ontwikkelde Jules de Chestret grote activiteit op wetenschappelijk en huiselijk terrein. Volgens eigen zeggen bracht hij grote veranderingen aan op Blankenberg.[3] Wanneer het wapenschild op het fronton is aangebracht, is onduidelijk.[noot 2] Hij had pas recht op dat wapen vanaf 1881, maar mogelijk heeft hij het al tijdens zijn huwelijk uit familiale overwegingen laten plaatsen.[6] Hij was tenslotte een De Chestret en eerstvolgende in de lijn van opvolging. Na het huwelijk van zijn dochter en jongste kind in 1882, verhuisde hij naar Luik.[noot 3] Zijn mémoires, waarin hij onder meer over zijn jeugd en leven op Blankenberg schrijft, zijn gepubliceerd door Stanislas Bormans.[7]
Ondanks pogingen in 1887 en 1890 het huis te verkopen of te verhuren, bleef Blankenberg tot 1900 in bezit van deze familie.[8][9]
Na 1900
In 1900 werd het huis eigendom van de Franse broederschap van Sint-Blasius,[noot 4] die er een tehuis voor geestelijk achtergebleven kinderen van wilde maken. Onzeker is, of dat ook doorgang heeft gevonden. In de oorlogsdagen van augustus 1914 werden tweehonderd Belgische vluchtelingen opgevangen op Blankenberg.[10] Door geldgebrek werd het gebouw slecht onderhouden en was de broederschap gedwongen Blankenberg over te doen aan Franse paters missionarissen redemptoristen (1919). Dezen bouwden een kapel en een schuur bij het landhuis.
In 1934 werd het pand aangekocht door de Zusters van het Arme Kind Jezus[noot 5] om er een rust- en verpleeghuis van te maken voor de zieken en ouden van dagen binnen de eigen congregatie. Bij die gelegenheid kreeg het gebouw een flinke opknapbeurt. Eind jaren 1970 werd Blankenberg een kloosterbejaardenoord met erkende verpleegafdeling, bestuurd door de Stichting Bejaardenzorg Clara Fey. Er konden vijftig patiënten geplaatst worden. Dit huis heeft gefunctioneerd totdat in 2004 het Academisch Ziekenhuis Maastricht het complex overnam en in gebruik nam als verpleeg- en herstelkliniek. De nog aanwezige zusters verhuisden naar het moederhuis van de congregatie, Huize Loreto in Simpelveld. Op termijn bleek dat het complex toch minder geschikt was en beëindigde het AzM deze kliniek. De AzM Herstelzorg werd tijdelijk verplaatst naar verpleeghuis Klevarie in Maastricht.[11][noot 6]
Eind april 2010 kocht de katholieke Stichting Redemptoris Blankenberg het landgoed aan om het Internationaal Diocesaan Missionair Grootseminarie "Redemptoris Mater" gelegenheid te bieden tot uitvoering van haar werkzaamheden. Redemptoris Mater is het grootseminarie van het Bisdom Roermond, bij decreet van 16 oktober 2003 ingesteld door monseigneurF.J.M. Wiertz, bisschop van Roermond. Het oorspronkelijke huis was gevestigd te Roermond, maar het pand was al snel te klein. De vorming van toekomstige priesters is in het bisdom Roermond sinds 2010 geconcentreerd op Blankenberg. De opleiding dient trouw te zijn aan de richtlijnen van de Heilige Stoel. Bijzonder is dat veel seminaristen uit niet-Westerse landen komen. Allen verplichten zich tot een grondige kennis van het Nederlands, zodat zij na hun priesterwijding in Nederlandse parochies geplaatst kunnen worden.[13]
Beschrijving van het kasteel en omgeving
Huis Blankenberg is een groot, neoclassicistischlandhuis uit circa 1825, dat tussen 1856 en 1863 werd verbouwd. Het drielaagse hoofdgebouw wordt geflankeerd door twee hoekpaviljoens met mansardedaken. Het centrale deel van de voorgevel wordt gevormd door een risaliet waarin zich de entree bevindt. De risaliet wordt bekroond door een fronton met stucversiering en het wapen van de familie De Chestret de Haneffe. De gevels zijn wit gepleisterd. De wit geschilderde, carrévormige kasteelhoeve sluit aan op het hoofdgebouw. Huis Blankenberg is een rijksmonument.[14]
↑De familie De Chestret droeg de titel 'Baron de Haneffe', die echter alleen overdraagbaar was aan de eerstgeboren mannelijke erfgenaam. Nicolas de Chestret stierf in 1856, lang voor zijn oudste broer Hyacinthe. Zijn zoon Jules nam de titel over van Hyacinthe en was dus vanaf 1881 Jules de Chestret baron de Haneffe. Zie ook Barthélémy de Chestret de Haneffe.
↑Het wapen van de familie wordt als volgt beschreven: "Coupé: en chef d'azur a trois étoiles à six rais d'or, et en pointe d'argent an lion de sable, couronné d'or, armé et lampassé de gueules. Cochonne: à neuf perles. Supports: deux lions de sable, contournés, couronnas d'or, armés et lampassés de feules."[4][5]
↑Marie Antoine Eugenie (1861-1949) huwde op 12 juni baron Maximilien Edouard Marie Louis Adolphe de Waha Baillonville (1843-1916), burgemeester van Anthisnes.
↑Begin 20e eeuw was Cadier bekend als Sint-Blasiusbedevaartplaats (feestdag van de heilige Blasius: 2 februari).
↑In 2008 schreef een student architectuur een masterscriptie, waarbij hij Blankenberg opzette als een opvang voor bejaarden in een moderne vorm. Ofschoon deze toekomstvisie geen voortzetting zou krijgen, bevat het onderzoek nuttige aanvullingen over Blankenberg als historisch pand.[12]
↑'Vrijwillige verkoop', in: Journal du Limbourg. Maastricht, 07-05-1841, p. 4. Geraadpleegd op Delpher op 25-11-2023.