Hector van Sminia (Leeuwarden, 5 december 1763 - aldaar, 31 oktober 1816) was een Nederlands bestuurder.
Van Sminia was een zoon van Hobbe Baerdt van Sminia (1730-1813), grietman van Aengwirden, en Louise Albertine van Glinstra (1738-1800). Hector werd gedoopt op 21 december 1763 in de Jacobijnerkerk te Leeuwarden.[1] Hector is een telg van de familie Van Sminia.
Van Sminia studeerde aan de universiteit van Franeker waar hij in 1785 in de rechten promoveerde. Vervolgens was hij advocaat aan het Hof van Friesland.[2] Ook gedurende de Franse Tijd bekleedde Van Sminia verschillende ambten.[3] Nadat de Fransen vertrokken waren en Johan Gijsbert Verstolk van Soelen zijn functie prefect als Friesland neerlegde, namen Van Sminia en Ennius Harmen Bergsma het bestuur van Friesland over als commissaris-generaals. Voor zijn verdiensten werd Hector door Willem I in de adelstand verheven en werd hij benoemd tot Ridder in Orde van de Nederlandse Leeuw. Van Sminia was nog kortstondig lid van de Tweede Kamer en grietman van Idaarderadeel.[4][5]
Van Sminia trouwde op 7 augustus 1796 te Buitenpost met Wiskje van Haersma (1768-1835), dochter van Daniël de Blocq van Haersma en Maria Wybrandi. Samen kregen zij de volgende kinderen: