Hamburg-Langenhorn is het noordelijkste stadsdeel van Hamburg-Nord, een district van de Duitse stad Hamburg en heeft ongeveer 46.000 inwoners.
Geografie
De westelijke grens van Langenhorn met Norderstedt in Sleeswijk-Holstein wordt gevormd door de Tarpenbek, de oostelijke met Hummelsbüttel en de zuidelijke met Fuhlsbüttel door de Raakmoorgraben. Ook in het noorden grenst Langenhorn aan Norderstedt, waar de wijk Ochsenzoll mee wordt gedeeld.
Geschiedenis
Uit opgravingen blijkt dat de plaats al in het neolithicum was bewoond.
In de Oudheid werd de streek bewoond door de Stormarn, een Saksische volksstam.
In 1332 werd het dan verkocht aan een Hamburgse raadsheer. Sindsdien heeft Langenhorn steeds Hamburgse eigenaars gehad. Het Hamburgse Hospitaal St-Georg verwierf steeds meer tot het in 1615 de enige eigenaar werd.
In 1806 werd het door de Fransen onder Napoleon Bonaparte bezet. Op 7 december 1813 werden zij verdreven door het Russische Kozakkenleger. Deze waren in de zogenaamde Kozakkenwinter een grote last. In 1814 trokken ze weg, maar Langenhorn herstelde zich hiervan zeer moeilijk.
Op 30 november 1830 werd Langenhorn aan het beheer van het Hospitaal St-Georg onttrokken en toegewezen aan het Hamburgse Landheerschap der Geestlanden.
In 1871 kreeg het dorp een beperkte gemeentelijke autonomie.
Rond 1912 werd het vliegveld Fuhlsbüttel deels op grondgebied Langenhorn aangelegd.
Op 1 april 1937 werd de grens aangepast zodat het vliegveld vanaf dan geheel op Fuhlsbüttel lag.
Bij de uitbreiding van de luchthaven in 1948 werd het grondgebied van Langenhorn nogmaals ingekrompen. Sindsdien heeft Langenhorn veel last van lawaai aangezien het onder de aanvliegroute van landingsbaan 05/23 ligt.
Bezienswaardigheden
Fritz-Schumacher-Siedlung
Watertoren Hamburg-Ochsenzoll op het terrein van de Asklepios-kliniek