Het Hôpital de la Salpêtrière in Parijs was een van de belangrijkste en bekendste centra voor psychiatrie en neurologie in Europa.
Het Hôpital de la Salpêtrière werd gebouwd in opdracht van koning Lodewijk XIV naar plannen van hofarchitect Libéral Bruant. Het werd eerst gebruikt als salpeterfabriek (vandaar de naam: salpeter wordt gebruikt bij de productie van buskruit). Na enige jaren werd het gebouw in gebruik genomen als opvoed- en opvangcentrum voor geestelijk gestoorde vrouwen en prostituees. Mannen werden in andere instellingen behandeld.
In de roman Boken om Blanche och Marie[1] (2004) van Per Olov Enquist wordt Blanche Wittmann als jonge zenuwpatiënte opgenomen in de psychiatrische kliniek van het Salpêtière-ziekenhuis, waar Charcot haar arts is.
Ook in de Duitse roman (2015) Runa van Vera Buck is geplaatst in het Salpêtrière van de tweede helft van de 19de eeuw, waar zij de beroemde dokter J.M. Charcot de scepter laat zwaaien over diens hysterische en immorele patientes en zij bijrollen toedenkt aan de dokters Gilles de la Tourette, J.B. Luys en J. Babinski, alle vier destijds verbonden aan de kliniek.
De roman Chalet 1 van André Baillon (Nederlands: In de Piepzak) gaat over zijn verblijf in de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis.
De debuutroman ‘ Het Bal der Gekken’ van de Franse Victoria Mas (2021) speelt zich af in Hôpital de la Salpêtrière. Het is 1885, heel Parijs is in de ban van dokter Charcot en zijn openbare hypnosesessies, waarbij hij gek of hysterisch verklaarde vrouwen behandelt. Maar zijn ze wel gek of bestempelt de maatschappij hen als zodanig om ven hen af te zijn? Één avond per jaar,op halfvasten, komt de Parijse elite-eenheid dansen met de bewonersvereniging de instelling. Het Bal der Gekken is zowel voor de elite als voor de verbannen vrouwen het hoogtepunt van het jaar en voor de laatsten een zeldzaam moment van hoop.
De Franse revolutionaires Théroigne de Mericourt (1762-1817) en Claire Lacombe (1765-1826) overleden op de psychiatrische afdeling van het Hôpital de la Salpêtrière.
Bronnen, noten en/of referenties
↑In het Nederlands verschenen als Blanche en Marie (2004).