Tijdens de kwalificatie op vrijdag ging Ayrton Senna hoe langer, hoe sneller. Hij eindigde de sessie met anderhalve seconde voorsprong op zijn teammaat Alain Prost en de rest van het veld. Hij herhaalde dit in de tweede sessie op zaterdag en pakte hiervoor zijn vierendertigste pole-position. Hij nam het record over van Jim Clark.
Race
Ondanks een moeilijke start leidde Senna in de eerste bocht voor Prost, Alessandro Nannini, Nigel Mansell, Alex Caffi en Stefano Modena. Het verschil tussen de McLarens was tot de 29ste ronden enkele seconden maar Prost wist toen het gat te dichten door problemen bij de Braziliaan. In de vierendertigste ronde ging hij in pits en werd er gepoogd zijn wagen te herstellen maar zonder succes. Senna gaf in de vierenveertigste ronde op met een kapotte motor, de eerste keer dat zoiets gebeurde met een Honda-motor. Prost lag nog steeds aan de leiding toen de limiet van twee uur voor een race werd bereikt. Hij won voor Riccardo Patrese en thuisrijder Eddie Cheever.