Ook in Australië pakte McLaren opnieuw de eerste startrij, met Ayrton Senna op de pole-position gevolgd door Alain Prost.
Race
Prost leidde de race vanaf de start, voor Senna, Gerhard Berger, Nelson Piquet en Nigel Mansell. Bij het begin van de vierde ronde had de Fransman al 5,5 seconden voorsprong. Michele Alboreto moest opgeven na een botsing met de Dallara van Alex Caffi. In dezelfde ronde ging Berger voorbij Senna. Hij zette de achtervolging op Prost in en haalde de Fransman in in de 14de ronde. In de 23ste ronde had hij al drie seconden voorsprong. In deze ronde moest hij Stefano Modena en René Arnoux op een ronde zetten. De Ligier-rijder veroorzaakte echter een aanrijding met Berger, waardoor beide McLarens opnieuw op plaatsen één en twee kwamen te liggen, Senna had echter problemen met de versnellingsbak. Piquet reed nog steeds op de derde plaats, voor Riccardo Patrese en Mansell. De Italiaan probeerde verschillende keren voorbij Piquet te gaan maar had een tekort aan motorvermogen.
In de 53ste ronde maakte Patrese een spin waardoor Mansell voorbij zijn teamgenoot kon gaan. Zijn remmen lieten het echter afweten in 66ste ronde waardoor hij in de muur vloog. In de 59ste ronde had Prost de leiding overgenomen en zette een reeks snelle ronden neer. Hij leidde aan het eind meer dan 30 seconden en had iedereen op een ronde gezet tot de vijfde.
Slechts elf wagens werden geklasseerd, waarvan zeven ook effectief de race uitreden. Prost won, voor Senna, Piquet werd derde, Patrese vierde, Boutsen vijfde en Capelli, ondanks een lekke band, zesde.