In 1078 werd hij op aanbeveling van de (aanverwante) markgraaf van Thuringen, Egbert II van Braunschweig, voor een ridderopleiding naar het keizerlijk hof gestuurd. Hieruit wordt afgeleid dat Godfried omstreeks 1063 moet geboren zijn (meerderjarigheid naar Ripuarisch gewoonterecht op 15 jaar).
Hertog Hendrik I van Limburg, de hertog van Neder-Lotharingen, was een trouwe vazal van keizer Hendrik IV. Toen 's keizers jongste zoon Hendrik, de latere keizer Hendrik V zijn vader afzette, bood hertog Hendrik I onderdak aan de afgezette Hendrik IV. Uiteindelijk verloor Hendrik I van Limburg daardoor zijn hertogstitel en op 13 mei 1106 werd Godfried I van Leuven (als Godfried V) benoemd tot hertog van Neder-Lotharingen en tevens tot markgraaf van Antwerpen.
Godfried was van 1114 tot 1119 zelf tegenstander van de keizer, maar verzoende zich daarna weer met hem. In 1122 belegerde hij samen met keizer Hendrik V de opstandige Gosewijn I van Valkenburg en verwoestte zijn kasteel Valkenburg. In 1123 werd zijn broer Alberon I van Leuven benoemd tot bisschop van Luik. In 1128 betaalde Godfried de prijs voor zijn steun in 1125 aan de 'verkeerde' koningskandidaat, Frederik II van Zwaben, en verloor ook hij zijn titel van hertog van Neder-Lotharingen. Hij werd vervangen door Walram I 'Paganus' van Limburg.[4] Godfried behield echter het markgraafschap Antwerpen en de hertogstitel. Zo ontstond het hertogdom Brabant.
Godfried steunde in 1129 de pogingen van graaf Giselbert van Duras om goederen van de abdij van Sint Truiden in bezit te krijgen. Dit leidde op 7 augustus 1129 tot de slag bij Wilderen. Giselbert van Duras met zijn Vlaamse en Brabantse bondgenoten werd daar verslagen door de abt van Sint Truiden, die werd gesteund door de bisschoppen van Metz en Luik, en de graven van Limburg en van Loon. In 1131 werd een vrede bemiddeld in dit conflict.
Godfried hertrouwde met Clementia van Bourgondië, weduwe van Robrecht II van Vlaanderen. Zij kregen geen kinderen.
Godfried had een zoon bij een onbekende vrouw: Joscelin. Hij vergezelde zijn halfzuster naar Engeland en trouwde een erfdochter van de Percy familie, zijn nakomelingen zijn vanaf de 14e eeuw tot heden eerst earl en later hertog van Northumberland.
↑Annales Blandinienses 1139 (= G.H. Pertz (ed.), Monumenta Germaniae Historica, Scriptores, V, Hannover, 1844, p. 29), J.Barbier (ed.), Obituaire de l´abbaye de Brogne ou de Saint-Gérard, in Analectes pour servir à l´histoire ecclésiastique de la Belgique, XVIII (2e série, Tome II), Leuven, 1882, p. 297 (fragment).
↑Chronicon Affligemense 4 (= L.C. Bethmann (ed.), Monumenta Germaniae Historica, Scriptores, IX, Hannover, 1861, p. 408).