Een geodeet is vaak in dienst van een overheidsinstelling zoals het kadaster of bij een ingenieursbureau. Zijn expertise wordt gebruikt bij de aanleg van verbindingen, zoals kabels, wegen en spoorlijnen. Hij moet rekening houden met technische mogelijkheden, milieuwetgeving en kosten.
Officiële definitie
De landmeter is de vakspecialist die het openbare of private onroerend eigendom, gebouwd of niet, zowel boven- als ondergronds, identificeert, afpaalt, opmeet, schat, met inbegrip van de werken die er worden uitgevoerd en die de registratie ervan regelt, alsook die van de eraan verbonden zakelijke rechten. Bij uitbreiding bestudeert, ontwerpt en stuurt hij de ruimtelijke ordening en planning, zowel landelijk als stedelijk. Hij getuigt van technische, juridische, economische, landbouwkundige en sociale kennis, die met de hierboven aangehaalde onderwerpen in verband staat.[1]
Geschiedenis
In Nederland speelde de landmeter een belangrijke rol in de middeleeuwen en later bij het vastleggen van eigendom en de uitvoering van civieltechnische werken. Vaak werd het beroep gecombineerd met andere ingenieursfunctie, bijvoorbeeld die van wijnroeier of vestingbouwer.[2]
Bekende landmeters
Enkele bekende landmeters zijn:
Willebrord Snel van Royen (1580-1626) voerde de eerste regionale driehoeksmeting ter wereld uit tussen Bergen op Zoom en Alkmaar
Franciscus Johannes Stamkart (1805-1882) eerste voorzitter van de commissie voor de realisatie van het huidige Nederlandse coördinatenstelsel RD en NAP
↑Officiële definitie, geformuleerd te Londen in 1934 en te Rome in 1993 door tweeëntwintig naties en veertien "dominions". Uittreksel uit de statuten van de "Fèdèration Internationale des Gèometres" (FIG). Gearchiveerd op 9 juli 2023.
↑Muller, E. en Zandvliet, K., red. Admissies als landmeter in Nederland voor 1811, Canaletto, Alphen aan den Rijn, 1987