François Philippe Louis Hyacinthe Joseph de Haussy (Bergen, 3 juli 1789 - Brussel, 19 oktober 1869) was een Belgisch liberaal politicus, advocaat en jurist.
François-Philippe De Haussy was een zoon van Jacques de Haussy (1739-1797), advocaat, griffier, baljuw van Anderlues en gedeputeerde bij de Staten van Henegouwen, en Ursula de Wesemael (1753-1802). Hij trouwde in 1818 in Fontaine-l'Évêque met Eugénie Desmanet d'Erquennes (1798-1822), dochter van Eugène Desmanet d'Erquennes, lid van de Provinciale Staten van Henegouwen en lid van de Tweede Kamer, en in tweede huwelijk in 1828 in Couillet met Amélie Despret d'Anor (1803-1852). Hij kreeg drie dochters uit zijn eerste huwelijk en een zoon en drie dochters uit zijn tweede huwelijk:
De Haussy promoveerde tot licentiaat in de rechten aan de Académie de droit in Brussel (1811). Hij was advocaat, eerst aan de balie van Charleroi (1811-1829), vervolgens aan die van Brussel (1829-1847).
Hij was gemeenteraadslid en schepen van Fontaine-l'Evêque in 1817-1818.
In 1830 werd De Haussy verkozen tot plaatsvervangend lid van het Nationaal Congres, maar werd niet opgeroepen om effectief te zetelen.
In 1833 werd hij liberaal senator voor het arrondissement Charleroi, in opvolging van de overleden Ferdinand Puissant d'Agimont d'Heer et Herlette en vervulde dit mandaat tot in 1850.
De Haussy was minister van Justitie van augustus 1847 tot augustus 1850 in de regering-Rogier I. Hij verliet de regering en ook de Senaat bij zijn benoeming tot gouverneur van de Nationale Bank van België in 1850. Hij bekleedde dit ambt bijna twintig jaar, tot aan zijn dood, en het succes van de bank werd in ruime mate aan hem toegeschreven.
Hij was tevens industrieel en speelde een voorname rol als stichter of bestuurder van industriële vennootschappen, onder meer: