Leopoldus Maximilianus Felix Timmermans (Lier, 5 juli1886 – aldaar, 24 januari1947) was een Vlaamsschrijver en dichter.[6] Hij was een van Vlaanderens meest vertaalde en productieve auteurs. Zijn bekendste werk is de roman Pallieter (1916).[7] Hij schreef ook onder het pseudoniemPolleke van Mher en een enkele keer als Stelijn Koldijs.[2][8] Polleke van Mher was afgeleid van zijn voornaam (Leopoldus) en Mher was een afkorting van de naam van zijn vader (Gommaire)[9]
Hij was autodidact en schreef toneelstukken, romans met een historisch karakter, novellen, religieus getinte werken, en gedichten.
Naast schrijver was Timmermans ook schilder en tekenaar. Hij illustreerde zijn eigen boeken alsook sommige boeken van zijn collega en vriend Ernest Claes.[10]
Hij was ook zelf de boekbandontwerper van de meeste van zijn boeken.
Hij werd drie keer voorgesteld als kandidaat voor een Nobelprijs.[11]
Levensloop
Jeugd
Timmermans werd op 5 juli 1886 om 23u geboren als dertiende in een gezin met veertien kinderen.[12][13] Zijn vader, Joannes Gummarus (Gommaire), was een reizende koopman in kant. Zijn moeder, Angelina van Nueten, woonde tegenover het ouderlijk huis van Joannes Gummarus. Ze wisselden liefdesbrieven uit doorheen het raam en huwden op 7 februari 1866[9][14]
Een dag na zijn geboorte werd Timmermans gedoopt in de Lierse Sint-Gummaruskerk. Zijn 17-jarige zus Valeria werd zijn meter, haar vriend Felix van der Slagmeulen zijn peter. De naam Felix, waaronder Timmermans het bekendst is geworden, heeft hij dus aan zijn dooppeter te danken.
Als kind tekende Felix al patronen. Zijn schoolcarrière verliep niet vlekkeloos. Zo moest hij zijn vierde leerjaar overdoen.[9] Hij verliet de school op zijn vijftiende na zijn zesde leerjaar, nadat in de zomer van 1901 tyfus werd vastgesteld. Hij kreeg zelfs de laatste sacramenten toegediend, maar herstelde na lange tijd toch. Nadien ging hij niet meer naar school, maar volgde wel avond- en zondagslessen in de tekenschool. In Antwerpen maakt hij kennis met werk van Rubens en Bruegel.
Eerste werken
Vanaf zijn zeventiende begon hij gedichten te schrijven die ook regelmatig werden gepubliceerd in Lier Vooruit. Deze gedichten werden gebundeld en in 1907 uitgegeven onder de titel Door de dagen. In 1906 werden een aantal verzen gepubliceerd in Dietsche Warande & Belfort.[15] Gestimuleerd door de lectuur van Stijn Streuvels schreef hij vervolgens enkele naturalistische werken.
In 1910 brak hij als schrijver door met het zwartgallige Schemeringen van de dood[16], dat mee ontstond onder invloed van Raymond de la Haye, een bevriend kunstschilder, en van geestesgenoot Flor Van Reeth, die de verhalenbundel illustreerde en aan wie het boek werd opgedragen.
Pallieter
Door een breuk werd Felix Timmermans opgenomen in het ziekenhuis. Hij vreesde voor zijn leven doordat er allerlei complicaties optraden.
Op 12 oktober 1912 trouwde hij met Marieke Janssens. Ze hadden drie dochters: Cecilia, ook bekend als Lia (1920), Clara (1922) en Tonet (1926) en een zoon Gommaar (1930). Deze kinderen werden ook actief in de kunstwereld. Ze illustreerden onder andere werken van hun vader en schreven diverse biografieën over hem.[9]
Vlak voor de Eerste Wereldoorlog schreef hij zijn bekendste werk, Pallieter, dat in 1916 werd uitgegeven.[17] Het wordt door velen als zijn meesterwerk gezien. In 1921 werd het in het Duits vertaald en uitgegeven. In de jaren 1930 schreef de Italiaans-Oostenrijkse componist Carlo Ferdinando Scholta op basis van het boek een operapartituur, getiteld 'Pallieter'.
Het boek Pallieter werd in 2016, 100 jaar na de originele uitgave, opnieuw uitgegeven.[18]
Vriendschap met Anton Pieck
De Vlaamse sfeer en de breugeliaanse taferelen in Pallieter wekten het enthousiasme van de Nederlandse kunstschilder Anton Pieck op en die zou aan een map met op de roman gebaseerde tekeningen zijn begonnen, ware het niet dat hij Vlaanderen nog nooit zelf gezien had. In deze tijd nam de Haagse kunsthandelaar Cox contact met Pieck op, die ook in Den Haag woonde: Timmermans was bij Cox op bezoek en had assistentie nodig bij het afdrukken van een ets. Tussen Timmermans en Pieck ontstond een hechte, jarenlange vriendschap.[19]
Op Timmermans' initiatief vroeg uitgever Van Kampen Pieck de tiende druk van Pallieter te illustreren. Timmermans wijdde Pieck in in Vlaamse zaken door schetsen bij zijn brieven aan Pieck te voegen: klederdrachten, karren, huisgevels, een kapel met een Madonnabeeld. De schetsen waren vaak antwoorden op vragen van Pieck, maar de illustraties verschillen te veel van Timmermans' schetsen om te kunnen worden beschouwd als uitwerkingen daarvan. De tiende druk verscheen in 1921.[20]
Op 8 november 1997 had in Lier de wereldpremière plaats van "Pallieter" de musical, geschreven door Willy Van Couwenberghe. In 1998 kreeg deze musical de cultuurprijs van de Stad Lier uit handen van minister Marleen Vanderpoorten.[21]
Interbellum en Tweede Wereldoorlog
Felix Timmermans was een activist. Na de Eerste Wereldoorlog vluchtte hij naar Nederland om een veroordeling te ontlopen. Hij keerde begin 1920 ongehinderd terug. In 1922 kreeg hij de Staatsprijs voor Literatuur.[6]
In 1936 werd zijn vijftigste verjaardag zowel in Vlaanderen, Nederland als Duitsland met veel aandacht gevierd.
Tijdens de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog was Timmermans redacteur van het Vlaams-nationalistische Volk. In 1942 ontving hij in Antwerpen van de Hamburgse universiteit de Rembrandtprijs.[22] Als Vlaams-nationalist en in Duitsland bekende schrijver was hij een graag geziene figuur bij Duitse officieren tijdens de Duitse bezetting. Na de bevrijding van Lier op 4 september 1944 werd hij beschuldigd van culturele collaboratie en werd bijgevolg onder huisarrest geplaatst. De aanklacht werd geseponeerd op 22 december 1946. De reacties hierop uit de literaire wereld waren uiteenlopend. Als luidste klonk de stem van Toussaint van Boelaere. De criticus, die aanvankelijk een grote fan was van Timmermans, viel hem af omwille van zijn verdenking van culturele collaboratie.[23]
Dood
Op 6 augustus 1944 werd Timmermans getroffen door een kransslagadertrombose (hartinfarct). Hij stierf in Lier op 24 januari 1947. De begrafenisdienst vond plaats in de Sint-Gummaruskerk, waar hij ook was gedoopt. Timmermans werd begraven op het kerkhof Kloosterheide te Lier. Als aanwezigen op zijn begrafenis vermelden kranten onder andere Lode Baekelmans, Gerard Walschap, Maurice Gilliams, Antoon Thiry, Lode Monteyne en Willem Elsschot.[24] Stijn Streuvels, genoemd als een "intiemen vriend" van Timmermans, werd ook verwacht, maar werd thuis gehouden door een zware verkoudheid.[25]
In 1997, bij de herdenking van de 50e verjaardag van het overlijden van Felix Timmermans, werd in Lier een bronzen buste onthuld (beeldhouwster Anne-Marie Volders) op het Felix Timmermansplein.[26]
In 2014 werd hij ook officieel ereburger van zijn thuisstad Lier.[1][27]
1917: Het kindeken Jezus in Vlaanderen[i], werd als eerste werk van Timmermans vertaald in een andere taal (Duits)[17]
1917: De zeer schone uren van Juffrouw Symforosa begijntjen.[j] De eerste druk van De Zeer Schone Uren Van Juffrouw Symforosa Begijntjen in boekvorm verscheen in 1918, uitgave: Den Nieuwe Boekhandel, Brussel. Dit werk is in het publieke domein. Voor deze eerste druk van 1918 verscheen de oorspronkelijke Nederlandse versie in het oktober-novembernummer 1917 van De Nieuwe Gids.
1943: Oscar Van Rompay (Lezing gehouden bij gelegenheid van de opening der tentoonstelling gewijd aan het werk van Oscar Van Rompay op 22 mei 1943, Stedelijk Kunstsalon, Antwerpen)
1943: Isidoor Opsomer. Een voordracht te Lier bij zijn benoeming tot baron
1951: Felix Timmermans verhaalt. Bevat: Het verksken, Ik zag Cecilia komen, "In de koninklijke vlaai", de bombardon, O.L. Vrouw der vissen, de Kerstmis-sater, De uil, De moedwillige verkenskop, De lange stenen pijp, De nood van Sinter-Klaas
1938: Het kindeke Jezus in Vlaanderen (toneelbewerking door Karl Jacobs)
1938: Het filmspel van Sint-Franciscus
1943: Pieter Bruegel
1943: Die sanfte Kehle (oorspronkelijke titel: De zachte keel)
Lier
Lier speelt een belangrijke rol in het leven en het werk van Timmermans. Het Lier ten tijde van Timmermans was een katholieke stad met een rijk verenigingsleven en vele kermissen en braderijen.[32] Het is ook de regio van de Grote en Kleine Nete, waterlopen die het decor vormen van verschillende werken, o.a. Pallieter.
Timmermans schreef over zijn geboortestad:
"Waar de drie kronkelende Nethen een zilveren knoop leggen; waar plots het spekbuikige, overvloedhoornige Brabant zich scheidt van ‘t mijmerend, magere Kempenland, daar is het".
- Schoon Lier, 1925-1927
Een palingschuit van de moedige bootvissers in Lier[34] is genoemd naar een personage (Vettigen Teen) van een werk van Felix Timmermans (Onze-Lieve-Vrouw der Vissen).[35]
De bibliotheek in Lier heet sinds 2016 "de Fé" naar Felix Timmermans.[36]
De Nederlandse schrijver Antoon Coolen noemde zijn derde zoon Felix naar zijn voorbeeld Felix Timmermans.[37]
Timmermans' toneelstuk, "En waar de ster bleef stille staan" (1924) werd in 2010 verfilmd door Gust Van den Berghe als Little Baby Jesus of Flandr (doelbewust als "Flandr" geschreven in plaats van "Flanders"). De film werd opgenomen met mentaal gehandicapte acteurs en was het universitaire eindwerk van de regisseur. Ze werd geselecteerd voor de "Quinzaine des Réalisateurs" in Cannes.[40]
Nog tijdens zijn leven verscheen het werk van Timmermans in 17 talen.[41] Na zijn dood werd zijn werk nog in tal van andere talen vertaald.[17]
Timmermans wordt herdacht in talrijke straatnamen:
er is een Felix Timmermansplein (vroeger de Messenstraat[42]) in Lier waar zich ook een buste bevindt van Felix Timmermans gemaakt door Anne-Marie Volders[26]
in Grobbendonk, waar Felix Timmermans een buitenverblijf had, is er een Timmermanslei, met als zijstraat daarvan de Pallieterdreef, genoemd naar zijn bekendste romanfiguur Pallieter.
Renaat VEREMANS, Herinneringen aan Felix Timmermans, 1950.
Lia TIMMERMANS, Mijn vader, 1951.
José DE CEULAER, Felix Timmermans, 1959.
Louis VERCAMMEN, Felix Timmermans. De mens, het werk, Hasselt, Heideland-Orbis N.V., 1971.
Fernand BONNEURE, Felix Timmermans, in: Brugge Beschreven. Hoe een stad in teksten verschijnt, Brussel, Elsevier, 1984.
José DE CEULAER, 100 jaar Felix Timmermans, Lier, J. Van In, 1986, ISBN 9030615486.
José DE CEULAER, Felix Timmermans, Vlaams-nationalist, in: 't Pallieterke, 1986.
Gaston DURNEZ, De goede Fee, 1986.
M. SOMERS (red.), Timmermans en het activisme, in: Jaarboek 19 van het Felix Timmermansgenootschap, 1992.
Frans VERLEYEN, De gezonken goudvis. Felix Timmermans en de Moderne Tijd, 1996.
José DE CEULAER & Gaston DURNEZ, Felix Timmermans, in: Nieuwe encyclopedie van de Vlaamse Beweging, Tielt, Lannoo, 1998.
Gaston DURNEZ, Felix Timmermans. Een biografie, Tielt, Lannoo , 2000.
Stijn VANCLOOSTER, Felix Timmermans, in: Hugo Brems, Tom van Deel, Ad Zuiderent (red.), Kritisch lexicon van de Moderne Nederlandstalige Literatuur. Groningen, Martinus Nijhoff, 2006.
Joris VANHULLE, Het belang van het werk van Timmermans, 2008.
↑In memoriam Felix Timmermans, in:De Nieuwe Standaard, 26/01/1947, p.1
↑A. Lens en J. Mortelmans, Gids voor oud Lier, Standaard Uitgeverij p.31
Eysselsteijn, Ben van en Hans Vogelesang (1981). Anton Pieck. Zijn leven. Zijn werk. Vierde druk. Nieuwe, uitgebreide editie. Amsterdam en Brussel: Zuid-Hollandsche Uitgeversmaatschappij. ISBN 902350416X