De naam Delperée kreeg hij in 1857 van zijn adoptievader, François Delperée. Voor het overlijden van zijn natuurlijke ouders was zijn naam Emile Daxhelet.
Zijn vorming kreeg hij in de académie des beaux-arts de Liège waar hij leerling was van Charles Soubre en Auguste Chauvin. In 1885 werd hij in diezelfde academie zelf tot leraar aangesteld.
Hij was de echtgenoot van de dochter van zijn leermeester, Eugénie Soubre, waarmee hij één zoon kreeg.
1886: Portret du professeur Adolphe Wasseige, recteur de l'Université, in de kunstcollectie van de Universiteit van Luik.
1890-1896: Charlemagne dictant les Capitulaires, in het provinciaal paleis te Luik.
1894: Portret van de Markies van Peralta, in het Museum voor Schone Kunsten (Luik)
1894: Portret van de Markiezin van Peralta, in het Museum voor Schone Kunsten (Luik).
1896: Portret van de Gravin van Clereinbault in het Museum voor Schone Kunsten (Luik).
Attendant l'audience, privécollectie.
La leçon de musique, privécollectie.
L'homme au fusil, privécollectie.
Hallebardiers jouant aux dés, Museum van Hoei.
Bibliografie
Jean-Paul Depaire, Académie Royale des Beaux-Arts de Liège. 1775-1995. 220 ans d'histoire, Editions Yellow Now, Luik, 1995.
Paul Piron, De Belgische beeldende kunstenaars uit de 19e en 20e eeuw, vol. 1. A-K, Art in Belgium, Brussel.
Liliane Sabatini, Le Musée de l'Art wallon, collection Musea Nostra, Ministère de la Communauté française de Belgique / Crédit Communal de Belgique, Brussel, 1988.
Trivia
De straat Rue Emile Delperée te Hoei is naar hem genoemd.
Delperée heeft in musea te Luik en Kortrijk gewerkt