Een dieselmotor bouwt oliedruk op waarmee de wielen worden aangedreven. Dit principe wordt vooral gebruikt bij treinstellen en locomotieven met hun oorsprong in Duitsland.
Dit principe is het beste te vergelijken met de versnellingsmechaniek van een auto of bus: tussen de motor en de wielen is een versnellingsbak met koppeling geplaatst. Dit principe kan alleen bij lichte treinstellen (light train) en kleine locomotieven worden gebruikt.
Deze trein wordt aangedreven door elektromotoren. De benodigde elektriciteit wordt in de trein zelf opgewekt door een dieselmotor met generator. De meeste diesellocomotieven worden op deze wijze aangedreven.