In 1950 verhuisde hij van Amsterdam naar Parijs waar hij tot 1968 samenleefde met de fotografe Henny Riemens[2] (1928-1993). Het paar trouwde in 1955 te Amsterdam en reisde meermalen naar andere delen van de wereld: Noord-Afrika, Noord-Amerika, de Antillen en Zuid-Amerika. Deze reizen bepalen in hoge mate de aard van zijn werk. Vanaf 1960 viel hij terug op figuratieve kunst, waarbij vrouwen, vogels, bloemen en vaak personages tot zijn artistiek vocabularium behoren.
Zelf beweerde hij dat schilderen geen hobby of werk is, maar eerder een roeping. De laatste jaren had Corneille zijn atelier in Parijs. Bezoekers werden vrijwel niet gedoogd door de kunstenaar. Corneille leefde teruggetrokken in het Maison du Cedres in het Franse departement Val-d'Oise. Hij overleed op 5 september 2010. Corneille werd begraven op de begraafplaats in Auvers-sur-Oise, waar in 1890 ook Vincent van Gogh werd begraven.[3]
Werken
Zijn kunstwerk Au sein de désert, il y a encore de la place pour les yeux (1949) heeft bij een veiling in Kopenhagen (2006) 281 000 euro opgebracht. Nog nooit is voor een van zijn werken een dergelijk bedrag betaald. Corneille heeft ook levensgrote sculpturen gemaakt. Zijn werk Le Bateau de L'espoir werd in 1993 verkocht voor 70 000 gulden en is tegenwoordig een veelvoud van dit bedrag waard. Hij bleef tot het eind van zijn leven schilderen. Volgens zijn woordvoerder Boudewijn Hiltermann waren de drie kunstolifanten voor de Olifantenparade de laatste werken die Corneille voltooide. De veiling van een van deze olifanten op 13 november 2009 in de Westergasfabriek in Amsterdam leverde 42 000 euro op.
Op 9 september 2010 werd zijn laatste kunstwerk, Corneillefant 3, geveild in Emmen.
↑Zijn vader Cornelis Beverloo (1893-), zijn grootvader Willem Huibregt Beverloo (1868-1932), zijn overgrootvader Cornelis Beverloo (1841-1911) en zijn betovergrootvader Willem Beverloo (1816-1895) heetten alle Beverloo, zonder voorvoegsel 'van'.
↑'Ooggetuige van Cobra', foto's en tekst Henny Riemens, voorwoord Ed Wingen - Galerie Jaski & uitgeverij Van Spijk, Venlo 1988 ISBN 9062160948