Zijn ouders waren Jan Arend Godert de Vos van Steenwijk tot Nijerwal, enz. (1713-1779), lid van de Staten van Overijssel en Geertruid Agnes van Isselmuden tot Rollecate (1721-1793). Het geslacht De Vos van Steenwijk behoorde tot de Overijsselse en Drentseadel.
De Vos van Steenwijk was een aristocratischpatriot. In 1783/1784 maakte hij deel uit van het gevolg van gevolmachtigd minister Pieter Johan van Berckel. Van Berckel was de eerste Nederlandse gezant in de VS. Van 1785 tot 1787 was De Vos van Steenwijk rentmeester van de nationale domeinen in Drenthe en patriottisch lid van de Landdag van Drenthe. Tot 1787 was hij kolonel van het Exercitiegenootschap De Wijk, een patriottische militie. Na de Pruisische inval in 1787 moest De Vos van Steenwijk zijn bestuursfuncties neerleggen.
Optreden tijdens de Franse tijd
In de Franse tijd werd De Vos van Steenwijk na de Bataafse Revolutie lid van het Comité Revolutionair van Drenthe. Hij behoorde tot de federalisten die met de verdrijving van de Oranjes hun wensen vervuld zagen. Zij waren voorstanders van het behoud van de gewestelijke en stedelijke autonomie en tegen het streven van de radicaleunitariërs om van de Nederlanden een eenheidsstaat te maken. De Vos van Steenwijk was daarnaast een voorstander van het gelijkberechten van Drenthe, dat tot dan toe geen volwaardig gewest was.
De Vos van Steenwijk was president van Coevoorden en het Landschap Drenthe, voorzitter van de Provisionele Representanten van het Volk van Drenthe (1795) en lid van de Gecommitteerde Representanten van het Volk van Drenthe (1795-1796). Hij was daarnaast lid van de Eerste en Tweede Nationale Vergadering (1796-1798) voor het district Meppel. Van 6 februari 1797 tot 20 februari 1797 was hij voorzitter van de Eerste Nationale Vergadering, een roulerend ambt. Na de staatsgreep van 22 januari 1798, die de unitariërs aan de macht bracht, werd de overtuigde federalist De Vos van Steenwijk gevangengezet op Huis ten Bosch.[1] Zijn gevangenschap duurde tot de staatsgreep van de gematigde Unitariërs onder leiding van generaal Daendels op 12 juni 1798. Niettemin was de politieke rol van de Federalisten zo goed als uitgespeeld.
Van 4 juni 1806 tot 18 juni 1806 was De Vos van Steenwijk (waarnemend) raadpensionaris (dat wil zeggen staatshoofd) van het Bataafs Gemenebest, alvorens de staatsvorm werd omgezet in het Koninkrijk Holland, met Lodewijk Napoleon als koning.
Voortzetting carrière tijdens het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
De Vos van Steenwijk zette zijn carrière ten tijde van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden voort. Hij werd in 1814 in de Ridderschap van Overijssel benoemd. Van 1814 tot 1816 was hij gelijktijdig lid van de Provinciale Staten van Overijssel en de Gedeputeerde Staten van Overijssel. Van 8 februari 1816 tot 2 januari 1830 was De Vos van Steenwijk lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Hij behoorde als Kamerlid tot de meer regeringsgezinde politici.
Hij overleed op 70-jarige leeftijd, op 2 januari 1830 in Zwolle.
De informatie op deze pagina, of een eerdere versie daarvan, is geheel of gedeeltelijk afkomstig van www.parlement.com. Overname was tot 1 februari 2016 toegestaan met bronvermelding.