De groep Buurtspoorwegen van de provincie Namen was een onderdeel van de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen. De NMVB was georganiseerd in regionale groepen die een grote zelfstandigheid en eigen beleid hadden. Oorspronkelijk waren alle lijnen in de provincie geëxploiteerd door pachters die hun eigen lijnen, stelplaats en organisatie hadden. De NMVB heeft bij de overname van de concessies, de pachterorganisatie niet veranderd. Hierdoor kent de NMVB in de provincie drie groepen en twee geïsoleerde lijnen:
Namen: Stadslijnen in Namen en alle lijnen eromheen, behalve de lijn naar Andenne. De pachter vanaf 1908 was de "SA pour l'Exploitation des CFV de Namur et Extensions" (NE). De elektrische routes werden vanaf 1913 verpacht aan de pachter societé MOSANE die de Andenne groep beheerde.
d'Andenne: De lijnen rond Andenne in het Oosten en tot Eghezée en Saint-Denis-Bovesse. De eerste lijnen waren in beheer van de Franse spoorwegmaatschappij "Chemin de fer du Nord", die via zijn Belgisch filiaal "Nord – Belge" de spoorlijnen Givet – Dinant – Namen – Andenne – Hoei – Luik exploiteerde. (154, 125) Later werd de exploitatie overgedragen aan de societé MOSANE, ook een maatschappij van de Chemin de fer du Nord.[1]
Petite-Chapelle: Een kleine groep lijnen in het zuidoosten van de provincie. In de praktijk werden die lijnen vaak beheerd vanuit het naburige provincie Henegouwen.
geïsoleerde lijnen: De lijn vanuit Dinant en die vanuit Gedinne.
Stad Namen
Nog in de 19e eeuw, worden de eerste lijnen aangelegd:
Na deze basislijnen komt nog uitbreiding naar het citadel (Château)(30-06-1901). Begin 20e eeuw worden de tramlijnen in de stad geëlektrificeerd en uitgebreid met verlengingen binnen. Zodoende ontstaat een volwaardig stadsnet. De uitbreidingen zijn:
13-02-1909: Saint-Servais (station) – centrum – Saint-Nicolas: lijn 5
13-02-1909: station – Station Jambes (Nord): lijn 2, later lijn 8. In Jambes sluit deze lijn aan met de niet-elektrische lijn naar Andenne en Hoei.
Er was een Kabelspoorweg aan de Maaszijde om bij het citadelle te komen. Deze reed van 1898 tot 1912. Deze kabelspoorweg werd vervangen door een ringlijn 7 waarbij de tram in een richting rijdt van Château naar de Maas langs de "Route Merveilleuse". Deze route bevatte vier haarspeldbochten en drie tunnels en een brug waarbij de lijn over zichzelf reed. Deze route is pas na de Eerste Wereldoorlog in 1921 klaar. In 1949 reden de volgende stadslijnen:
1: Station – Place d'Armes – La Plante – Briqueteries – Fooz
2: Station – Place d'Armes – La Plante – Briqueteries
3: Château – Hayettes – Salzinnes – Station – Place d'Armes
4: Malpas (Malonne) – Salzinnes – Station – Place d'Armes – Pont de Jambes – La Plante – Briqueteries – Fooz – Profondeville
5: Saint-Servais – Station (tot 1940) – Place d'Armes – Saint-Nicolas (na 1940 is het eindpunt verplaatst naar Hayettes)
6: Saint-Gérard – Malpas (Malonne) – Salzinnes – Station – Place d'Armes –Pont de Jambes – La Plante – Briqueteries – Fooz – Profondeville
7: Ringlijn: Station – Salzinnes – Hayettes – Château – Route Merveilleuse – Pont de Jambes – Place d'Armes – Station
8: Belgrade – Saint-Servais (overweg) – Station – Place d'Armes – Pont de Jambes – Station Jambes (Nord)
9: Onoz – Belgrade – Saint-Servais (overweg) – Station – Place d'Armes. Vanaf 17 mei1953 tot 31 december 1958 reed hier ook de doorgaande Henegouwsche tram 67: Charleroi – Fleurus – Onoz – Namen.
10: Niet-elektrische lijn: Station – (buiten het centrum om) – Pont de Jambes – Station Jambes (Nord) – Andenne – Hoei.
Het Naamse stadsnet is als een van eerste stadsnetten die na die van Brugge is opgeheven. De opheffingen zijn in 1952 en 1953 uitgevoerd. De streeklijn naar Hannuit reed nog tot 1 oktober1955. De overblijvende tram naar Onoz en Charleroi is verbannen naar de voorstad Saint-Servais (overweg). Op 31 december1958 is ook deze tram opgeheven. Aan de Henegouwse kant blijft de tram nog tot 1963 naar Velaine rijden.
Geëlektrificeerde lijnen
(Lijnnummers uit het spoorboek[2] of stadslijn nummers)
9 Namen (station) – Belgrade – Temploux – Saussin-les-Isnes – Spy – Onoz-Spy station – Jemeppe-sur-Sambre (Les Ternes) – Velaine – Keumiée station – Wanfercée-Baulet – Fleurus (Rabots, station). Vanaf 1953 is er een nieuwe doorgaande elektrische lijn geopend vanaf Fleurus (Rabots) naar Charleroi onder het lijnnummer 67 (Namen-Charleroi). Lijnnummer 9 wordt gebruikt voor de lokale dienst Onoz-Spy naar Namen. Vanaf 1953 wordt de lijn vanaf Onoz-Spy geëxploiteerd door NMVB-Henegouwen.
7 In Namen was er een ringlijn 7 die langs de oostkant van de citatel met vele slingers naar beneden reed. Deze ringlijn reed maar in een richting. Spoorstation – Av. Card. Mercier – Hayettes – Château (eindpunt lijn 3) – Citadelle – afdaling – Av. Baron de Moreau – Pont de Jambes (en verder dezelfde route als lijn 6 tot Av. Card Merciers).
534Namen – Jambes (eindpunt stadslijn) – Brumagne – Namêche (Samson) – Sclayn – Andenne (stad, rivierbrug, station). In de latere jaren reden de motortrams onder het (stads)lijnnummer 10.
537Andenne (station, rivierbrug, stad) – Andenelle – Gives – Ahin – Ben – Lovegnée – Hoei. Op deze lijn werd in 1933 een uurdienst gereden, een frequente dienst voor een niet-elektrische lijn.
Andere lijnen die deel uitmaken van het nationaal net
530B Station Andenne – Landenne (Tramaka halte) – Couthuin (Chavée, Surlemez, dorp Couthuin) – Ènvoz (dorp, kasteel, stelplaats) – (Wanze – Station Statte). De reizigerstrams reden niet verder dan Ènvoz, maar er was een spooraansluiting met lijn 530. Wanze Andenne
De buurtspoorwegen staken de Maas maar op twee plaatsen over: bij Andenne en Namen stad.
Dinant
14Florennes-Centraal – Florennes-Oost – Rosée – Flavion – Morville – Anthée – Gerin – Onhaye – Dinant (grot). De Duitsers hebben in 1942 het vliegveld uitgebreid. De lijn tussen Florennes en Rosée liep is hiervoor opgeheven. In Dinant werd tijdens de aanleg van het eindpunt een grot ontdekt, nu bekend als de "grotte de Dinant". Het eindpunt was niet bij het spoorstation, maar op tien minuten afstand (600 meter) te voet. De lijn kon daar niet doorgetrokken worden in verband met het aanzienlijk hoogteverschil (42 meter/ gemiddeld 7% helling). Er waren plannen om via een andere route het spoorstation te bereiken, maar die zijn nooit uitgevoerd.
Zuidwesthoek
556Olloy – Oignies: Is nu een fietspad die in Olloy aansluit op de toeristische spoorlijn (CFV3V).
553BVresse – Membre – Bohan – Sorendal (Frankrijk) (aansluiting naar Monthermé door de CFDA van 1938 tot 1940) Tussen Membre en Bohan is er een 220 meter lange tunnel gebouwd om de omweg langs een rivierslinger te vermijden.
CFDA traject in Frankrijk: Sorendal – Les Hautes-Rivières – Nohan – Thilay – Haulmé – Tournavaux – Monthermé (dorp) en aftakking naar het spoorwegstation van Monthermé.[4] Het Franse gedeelte is pas eind jaren vijftig na de oorlog opgeheven.
Eerste/Laatste buurttram in de provincie Namen
De eerst aangelegde buurtspoorlijn in de provincie is die van Andenne naar Eghezée (lijn 525) op 18 oktober1886. De buurtspoorwegen hebben wel de al bestaande Zaman smalspoorlijn van 1 september1879 overgenomen en herbouwd.[5]
Op 1 juni1960 werden de laatste lijnen voor het goederenverkeer gesloten. Dit was van Hannuit naar Franc-Warêt (552) en van Bierwart naar Moha (râperie). De laatste reizigersdienst was op 31 december1958 van Namen naar Onoz, als stadslijn 9. De trams waren al uit de stad verbannen en de laatste trams vertrokken aan de rand van de stad (Saint-Servais). Er is echter een kleine uitzondering: Tussen Bioul en Warnant reed de laatste reizigers (motor)tram op 31 augustus1960 en de laatste goederentram op 31 oktober1960. Station Warnant werd in die tijd nog bediend door de spoorlijn 150.