4. Badisches Infanterie-Regiment Prinz Wilhelm Nr. 112[3] Feldflieger-Abteilung Nr. 25[3] Artillerie-Flieger-Abteilung 203[3] Führerreserve (OKL)[3] 20 december 1944 - 29 april 1945[4]
Bevel
Jagdstaffel 26 Jagdgeschwader 53 Maart 1937 – maart 1938 Inspekteur der Jagdflieger 1 april 1938 – 31 januari 1939 2.Flieger-Division 1 februari 1939 – 11 oktober 1939 II. Fliegerkorps 11 oktober 1939 – 23 februari 1943 Luftwaffe-Personalamts 23 februari 1943 - 20 december 1944[4]
Loerzer ging op 13 september 1911 bij het Pruisisch leger en werd tijdens de Eerste Wereldoorlog piloot. Tot midden 1915 vloog hij samen met Hermann Göring als verkenningsvlieger. Tot januari 1917 vocht hij bij drie verschillende Jagdstaffeln en schoot hij twee Franse vliegtuigen af. In oktober 1917 markeerde hij zijn 20e overwinning en kreeg hij de onderscheiding Pour le Mérite. In februari 1918 werd hij commandant van het Jagdgeschwader III. Zijn broer Fritz behaalde onder zijn bevel 11 overwinningen.
Als leider van Jasta 26 en drie andere Jagdstaffeln behaalde hij met zijn Fokker D.VII 44 overwinningen.
Interbellum
Na 1918 vocht Loerzer in Freikorpsen in de Baltische staten. Op 31 maart 1920 werd hij als kapitein uit de Reichswehr ontslagen. In de Weimarrepubliek was hij leider van het Reichsverband der deutschen Luftfahrzeughalter, een burgerlijke vereniging van piloten.
Onder de nationaalsocialisten werd hij als vriend van Hermann Göring voorzitter van de Deutscher Luftsportverband en Reichsluftsportführer. In 1935 werd hij kolonel en in 1937 commodore van de Luftwaffe. In 1938 werd hij inspecteur van de jachtvliegtuigen.
Tweede Wereldoorlog
Bij het begin van de oorlog was Loerzer generaal-majoor en commandant van de 2e vliegerdivisie. In februari 1943 werd hij als commandant uit zijn functie gezet wegens de te hoge verliezen onder zijn commando. Door zijn vriend Hermann Göring kreeg hij nog een hoge functie als inspecteur maar ook die functie kon hij niet aan en op 20 december 1944 werd ook dat commando hem afgenomen. Op 29 april 1945 werd hij ontslagen uit de luchtmacht.
(de) Fellgiebel, Walther-Peer. Die Träger des Ritterkreuzes des Eisernen Kreuzes 1939–1945 – Die Inhaber der höchsten Auszeichnung des Zweiten Weltkrieges aller Wehrmachtsteile. Friedberg, Germany: Podzun-Pallas. 2000, ISBN 978-3-7909-0284-6.
(de) Scherzer, Veit. Die Ritterkreuzträger 1939–1945 Die Inhaber des Ritterkreuzes des Eisernen Kreuzes 1939 von Heer, Luftwaffe, Kriegsmarine, Waffen-SS, Volkssturm sowie mit Deutschland verbündeter Streitkräfte nach den Unterlagen des Bundesarchives. Jena, Germany: Scherzers Miltaer-Verlag. 2007, ISBN 978-3-938845-17-2.