Binnenlands Bestuur, ook Gewestelijk bestuur genoemd, was een bestuursvorm in Nederlands-Indië.
Na de opheffing van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) op 31 december 1799 en de overname door de Nederlandse staat werd het bestuur in Nederlands-Indië uitgeoefend door het Gouvernement, met uitzondering van het Engelse tussenbestuur: 1811-1816 op Java, 1810-1817 in de Buitenbezittingen.
Indië werd ingedeeld in gewesten, verdeeld in afdelingen en controle-afdelingen (onderdeel van het Binnenlands Bestuur, afgekort BB) en in regentschappen en districten (onderdeel van het Inlands Bestuur). Een gewest kon zijn een Gouvernement, een Residentie of een Afdeling ofwel assistent-residentie.
De hoofden van het Binnenlands Bestuur droegen de volgende titels: