Ronde 1 (29 en 30 augustus) werd gespeeld door 158 clubs uit provinciale afdelingen (inclusief de twee winnaars van de Luxemburgse voorronde) plus 64 clubs uit de 3e afdeling Voetbal Vlaanderen en ACFF. Dat waren dus 222 clubs en 111 wedstrijden.
Ronde 2 (5 en 6 september) werd gespeeld door de 111 winnaars uit de eerste ronde, plus de 49 clubs uit de 2e afdeling VV en ACFF. Dat waren dus 160 clubs en 80 wedstrijden.
Ronde 3 (11 tot 15 september) werd gespeeld door de 80 winnaars uit de tweede ronde, plus de 16 clubs uit 1e Nationale (de vroegere 1e amateurs). Dat waren dus 96 clubs en 48 wedstrijden.
Ronde 4 (18 tot 23 september) werd gespeeld door de 48 winnaars van de derde ronde, met 24 wedstrijden.
Vanaf ronde 4 volgden er bij gelijkstand eerst verlengingen.