Ascaride kwam al op jonge leeftijd in contact met de wereld van het theater omdat ze dikwijls de amateurtoneelstukken bijwoonde waarin haar vader meespeelde. Ze ging sociologie studeren aan de Universiteit van Aix-Marseille in Aix-en-Provence waar ze betrokken raakte bij de UNEF (L'Union nationale des étudiants de France). In dat milieu leerde ze haar toekomstige echtgenoot Robert Guédiguian kennen.
Vanaf 1980 zou ze meespelen in alle films van haar man, op een na. In 1980 vroeg hij haar de hoofdrol te vertolken in Dernier été, zijn eerste langspeelfilm. Het drama speelde zich af in het arbeidersmilieu en had de sociaal-economische neergang van L'Estaque als achtergrond. Samen met een vaste groep acteurs, bestaande uit onder meer Jean-Pierre Darroussin, Gérard Meylan en Jacques Boudet, bouwde ze het Marseille-universum van de sociaal bewogen Guédiguian uit. Pas in 1995 oogstte À la vie, à la mort ! een eerste bescheiden commercieel succes. Haar energieke vertolking werd fel gewaardeerd door de filmcritici.
Doorbraak onder Guédiguian
Haar definitieve doorbraak naar het grote publiek kwam twee jaar later met Marius et Jeannette (1997). Haar natuurlijke charme en lichtjes onbeschaamde houding, haar optimistisch en temperamentvol karakter, haar goed humeur en haar zacht Marseillaans accent gaven pit aan haar rol van alleenstaande moeder met twee kinderen. Ze bleef indringende rollen spelen in het werk van haar man: zo gaf ze in het drama La ville est tranquille (2000) gestalte aan een moedige maar hopeloze moeder die haar verslaafde tienerdochter en -moeder uiteindelijk een overdosis inspuit, en speelde ze in Marie-Jo et ses deux amours (2001) de besluiteloze vrouw die verscheurd wordt tussen haar man en haar minnaar. Pakkende vertolkingen volgden nog in onder meer het historische drama L'Armée du crime (2009) waarin ze de moeder vertolkte van een jonge verzetsstrijder die tijdens de Tweede Wereldoorlog gefusilleerd wordt, en in het sociaal drama Les Neiges du Kilimandjaro waarin ze de echtgenote speelde van een ontslagen dokwerker-vakbondsman in Marseille.
Eenentwintigste eeuw: (ook) werken met andere cineasten
Vanaf het einde van de jaren negentig begon Ascaride iets nadrukkelijker mee te spelen in films van andere cineasten. Zo speelde ze meermalen in films van haar stadsgenoten Jean-Henri Roger en Emmanuel Mouret. Ze verleende ook meerdere keren haar medewerking aan geëngageerde filmregisseurs zoals Dominique Cabrera en het duo Olivier Ducastel-Jacques Martineau. Vermeldenswaardig uit die periode is ook het gevoelige drama Brodeuses (2003), waarin ze, zeer sober voor haar doen, een haute-couture-borduurster vertolkte die een jong meisje verzoent met haar zwangerschap en haar smaak van borduur- en naaiwerk te pakken laat krijgen. Daniel Auteuil castte haar heel gepast in Marius (2013) en in Fanny (2013), een remake van de eerste twee luiken van Marcel PagnolsMarseilletrilogie.
Televisie en toneel
Ariane Ascaride werkt ook regelmatig voor het kleine scherm. Gedurende gans haar filmcarrière bleef ze ook trouw aan haar eerste roeping: ze verschijnt nog steeds op de planken.