Anacamptis picta (synoniem: Anacamptis moriosubsp.picta) is een Europese orchidee. De plant wordt ook wel slanke harlekijn genoemd. Het is een kleine orchidee, die enkel in het Middellandse Zeegebied voorkomt.
Hij wordt dikwijls beschouwd als een ondersoort van de harlekijn (Anacamptis morio).
Synoniem: Orchis moriosubsp.picta (Loisel.) K.Richter (1890), O. picta Loisel. 1827, A. morio subsp. picta (Loisel.) Jacquet & Scappat., A. picta (Loisel.) R.M.Bateman
Frans: Orchis peint
De botanische naamAnacamptis is afkomstig van het Griekse 'anakamptein', achterover leunen, wat slaat op de naar achter gebogen pollinia. De soortaanduidingpicta is afgeleid van het Latijnse 'pictus' (geschilderd), wat slaat op de haast geschilderde vlekken op de bloemlip.
A. picta is een overblijvende, niet-winterhardegeofyt. Het is een kleine (maximaal 30 cm), slanke plant (veel slanker dan de harlekijn) met een naar boven toe violet aangelopen bloemstengel, een bladrozet aan de basis en enkele verspreid staande bladeren hogerop en een tot lange, ijle aar met violet-witte bloemen.
Bladeren
De onderste vijf tot tien bladeren staan in een bladrozet, zijn lichtgroen, ongevlekt, smal lijnlancetvormig, in de lengte tot een gootje geplooid. Hogerop staan nog enkele kleinere, stengelomvattende bladeren, die naar de top toe overgaan in rood-violette vliezige schutbladen, ongeveer even lang als de vruchtbeginsels.
Bloemen
De bloemen zijn klein, variabel gekleurd van paars tot violet-wit. De ovalekelkbladen vormen samen met de kleinere kroonbladen een helm boven het gynostemium, de kelkbladen zijn daarbij getekend met groen-paarse nerven.
De lip is drielobbig, breder dan lang, met onregelmatig getande zijlobben die dikwijls volledig naar achter geslagen zijn. De middelste lob is korter dan de zijlobben, met een bleek centrum, voorzien van soms opvallend grote purperen vlekken. Het brede cilindrische spoor is ten minste even lang als de lip, horizontaal of naar boven gebogen en met een verbrede top.
A. picta geeft de voorkeur aan droge, basische bodems, zoals stenige bermen, open plaatsen in garrigues en maquis en lichte bossen. In middelgebergtes komt de soort voor tot op hoogtes van 1.500 m.
A. picta verschilt van de nominaatA. morio door de slankere bouw, smallere bladeren, kleinere bloemen met een bloemlip waarvan de middenlob korter is dan de zijlobben. Ze prefereert drogere en iets basischer bodems dan A. morio.
Bronnen, noten en/of referenties
Bournérias M., Prat D. et al. (collectif de la Société Français d'Orchidophilie), 2005.: Les Orchidées de France, Belgique et Luxembourg, deuxième édition, Biotope, Mèze, (Collection Parthenope), ISBN 2-914817-11-8
Pierre Delforge, 1994.:Guide des orchidées d'Europe, d'Afrique du Nord et du Proche-Orient, Delachaux et Niestlé, ISBN 2-603-01323-8