Hij was de zoon van markies Ernest de Beauffort (1782-1858) en studeerde rechten en letteren in Parijs. Hij had er contacten met onder meer Charles de Montalembert. Begin 1830 keerde hij naar België terug.
De Beauffort trouwde op 12 mei 1830 in de Brusselse Sint-Michiel- en Sint-Goedelekapittelkerk met gravin Elisabeth de Roose de Baisy, een telg van de familie die in het bezit was van het kasteel van Bouchout te Meise en dat ze als bruidsschat in het huwelijk inbracht. Het paar bewoonde het kasteel in de zomer en in de eerste jaren werd het volledig gerestaureerd onder de leiding van architect Tilman-François Suys, die zich inspireerde op de Engelse romantische neogotiek. Jean-Baptiste Capronnier leverde de glasramen. De Beauffort maakte er gaandeweg een privémuseum van.
Hij begon vanaf 1835 aan een loopbaan als ambtenaar op het ministerie van Binnenlandse Zaken, directie Schone kunsten. Hij werd inspecteur, directeur en vanaf 1846 inspecteur-generaal voor schone kunsten, letteren en wetenschappen. Deze functies oefende hij onbezoldigd uit.
in 1837 werd hij lid van de Administratieve Commissie van de Koninklijke Bibliotheek in Brussel;
in 1845 werd hij lid van de Heraldische Raad;
in 1845 werd hij voorzitter van de commissie belast met de selectie van werken van levende Belgische kunstenaars;
in 1846 werd hij lid van de administratieve commissie van het Koninklijk Museum van schilderkunst en beeldhouwkunst, in Brussel.
Hij was nauw betrokken bij de redding, de restauratie en het hergebruik van de Hallepoort in Brussel. Hij werd bestempeld als de echte schepper van het museum dat erin werd gevestigd. Toen bij KB van 8 augustus 1835 het Musée d'armes anciennes, d'armures, d'objets d'art et d'antiquités werd opgericht, was hij daar ambtelijk bij betrokken. Hij schonk persoonlijk heel wat voorwerpen, die de bescheiden collectie kwamen verrijken.
Samen met zijn vader behoorde hij tot de stichters in 1838 van de Société des Beaux-Arts in Brussel.
De Beauffort was ook voorzitter van de kerkfabriek van de Sint-Goedelekathedraal. Hij zorgde voor herstellingen en ook voor het restaureren van glasramen en het leveren van nieuwe, door Capronnier. Door zijn initiatieven in heel wat kerken, droeg hij aanzienlijk bij tot de heropleving van de glasschilderkunst.
Hij was de vader van de latere provinciegouverneur en senator Albert de Beauffort.
Literatuur
Eugène BACHA, Histoire généalogique de Beauffort en Artois, Brussel, 1925.
J. LINDEMANS, Het Kasteel Bouchout te Meise, in: Eigen Schoon en de Brabander, 1927-28.
Oscar COOMANS DE BRACHÈNE, État présent de la noblesse belge, Annuaire 1984, Brussel, 1984.
Herman STYNEN, De onvoltooid verleden tijd, Brussel, 1998.
Strategi Solo vs Squad di Free Fire: Cara Menang Mudah!