Volgens de NederlandsebiograafArnold Houbraken leerde hij de eerste beginselen van de schildertechniek van Wouter Abts, een kunstenaar uit Lier[1]. Op 18-jarige leeftijd ging hij naar Parijs, waar hij twee jaar lang in de leer was bij Rudolf Schoof, hofschilder van Lodewijk XIII. Daarna reisde hij naar Rome, waar hij zes jaar lang verbleef. Vervolgens reisde hij drie jaar lang door de grote steden van Italië. Hij schilderde er stillevens met kostbare edelstenen, gouden schotels en zilver voor opdrachtgevers bestaande uit onder meer kardinalen[2].