Bordewijk studerade juridik i Leiden. Efter studierna började han arbeta vid en advokatbyrå i Rotterdam; juridiken och Rotterdam är bakgrunden till ett av hans mest kända verk, Karakter (Karaktären, Bokförlaget Augusti 2022), från 1938. Boken filmades 1997 av regissören Mike van Diem.
Priser
1949 - Prijs voor kunsten en wetenschappen för Noorderlicht
1953 - P.C. Hooftprijs för De doopvont och Studiën in volkscultuur
1957 - Constantijn Huygensprijs för hans samlade verk
Bibliografi
1916 - Paddestoelen (med pseudonymen Ton Ven)
1918 - Een koning van de frase (i: Groot Nederland)
1919 - Fantastische vertellingen, verhalen
1923 - Fantastische vertellingen, tweede bundel
1924 - Fantastische vertellingen, derde bundel
1931 - Blokken (roman)
1933 - Knorrende beesten; de roman van een parkeerseizoen (roman)
1934 - Bint, de roman van een zender (roman)
1935 - De laatste eer, grafreden
1935 - 't Ongure Huissens
1936 - Rood paleis; ondergang van een eeuw
1936 - IJzeren agaven; studie in zwart met kleuren
1937 - De wingerdrank (roman)
1938 - Karakter; roman van zoon en vader (roman)
1940 - De Korenharp
1940 - Drie toneelstukken
1941 - Apollyon (roman)
1944 - Verbrande erven (som Emile Mandeau)
1946 - Eiken van Dodona
1946 - Veuve Vesuvius
1947 - Bij gaslicht
1947 - Vijf fantastische vertellingen
1948 - Noorderlicht
1948 - Plato's dood, symfonisch gedicht
1948 - Rotonde (opera)
1949 - Blokken, Knorrende beesten, Bint (samling)
1949 - Het eierschild
1949 - Nachtelijk paardengetrappel
1949 - Zwanenpolder; twintig verhalen
1950 - Vertellingen van generzijds
1951 - De korenharp, nieuwe reeks
1951 - Studiën in volksstructuur
1952 - De doopvont
1954 - Haagse mijmeringen
1954 - Mevrouw en meneer Richebois; twintig korte verhalen
1955 - Arenlezing uit De korenharp (antologi)
1955 - Bloesemtak
1955 - Onderweg naar Beacons; twaalf korte verhalen
1956 - Geachte confrère; splendeurs en misères van het beroep van advocaat
1956 - Halte Noordstad; vermeerderd met drie eenacters en een monoloog (teaterpjäs)
1956 - Tien verhalen
1957 - Idem; tien parodieën
1958 - De aktentas, tien korte verhalen
1959 - De zigeuners; twaalf korte verhalen en een schets
1960 - Centrum van stilte; vijf verhalen
1961 - Tijding van ver
1961 - Paddestoelen (raad in) rijm (med pseudonymen Ton Ven)
1962 - Wandelingen door Den Haag en omstreken (med pseudonymen Ton Ven)
1964 - Lente; zeven verhalen
1964 - Jade, jaspis en av de jitterbug (med pseudonymen Ton Ven)