De verkiezingen resulteerden in een grote overwinning voor de regeringspartij, het Afrikaans Nationaal Congres van dr. Thabo Mbeki. Het ANC won 14 zetels (66,35% van de stemmen), goed voor 266 zetels. De voornaamste oppositiepartij, de Nuwe Nasionale Party, voortzetting van de Nasionale Party, die vijf jaar eerder nog de tweede partij van het land was geworden, verloor 54 zetels en behield er 28. De NNP werd als gevolg van de verkiezingen de vierde partij van het land.
De liberaleDemocratic Party (DP) van Tony Leon ging van 7 naar 38 zetels. De door blanken en Kleurlingen gedomineerde DP werd als gevolg van de felle tegen het ANC gerichte verkiezingscampagne de nieuwe voornaamste oppositiepartij[1]. De Inkatha Vrijheidspartij (IFP) van Mangosuthu Buthelezi verloor weliswaar negen zetels, maar wist zich als derde partij van het land te handhaven.
Op dezelfde dag dat er parlementsverkiezingen werden gehouden, vonden ook verkiezingen plaats voor de provinciale raden van de negen provincies. Ook bij deze verkiezingen kwam het ANC het grootste uit de bus. In totaal wist de partij 289 zetels te veroveren. De Nuwe Nasionale Party van Marthinus van Schalkwyk verloor flink, maar bleef met 38 zetels de tweede partij, op de voet gevolgd door de Inkatha Vrijheidspartij (37 zetels) van Buthelezi en de Democratic Party van Tony Leon (35 zetels).