Zijn geboortenaam is Wilhelm Dieterle. Hij was de jongste zoon uit een gezin van negen kinderen. Zijn moeder Berthe Dieterle en vader Jacob Dieterle leefden in armoedige omstandigheden. Zodoende moest William al op vroege leeftijd zijn steentje bijdragen. Hij deed verschillende werkjes gaande van schroothandelaar tot het plaatsen van vasttapijt. Hij werd al op jonge leeftijd geboeid door de theaterwereld, en op zestienjarige leeftijd ging hij werken in een rondreizend theater. Zijn ontwapenende charme, mooie uiterlijk en ambitie maakten al snel ruimte voor hoofdrollen in romantische theaterproducties. In 1919 trok hij de aandacht van Max Reinhardt in Berlijn. Reinhardt huurde hem in als acteur. Om meer geld te verdienen, begon Dieterle vanaf 1921 in Duitse films te acteren en al snel werd hij een populaire karakteracteur. Later legde hij zich toe op het regisseren. In 1921 trouwde hij met de actrice en schrijfster Charlotte Hagenbruch.
Acteur en regisseur
Zijn debuut als filmregisseur maakte hij in 1923 met de Duitse film Der Mensch am Wege. De jonge Marlene Dietrich speelt erin mee.
Na zijn debuut als regisseur ging Dieterle weer acteren. De bekendste films waarin hij te zien was waren :
In 1927 startten Dieterle en zijn vrouw Charlotte Hagenbruch een eigen productiemaatschappij en regisseerde hij meer films. Hij lanceerde met zijn kaskrakers Die Heilige und ihr Narr (1928) en Frühlingsrauschen (1929) de carrière van de Nederlandse actrice Lien Deyers.
Regiewerk gedurende de jaren dertig
In 1930 emigreerde Dieterle naar de Verenigde Staten. Aangekomen in Hollywood kreeg Dieterle een voorstel om Duitse versies van Amerikaanse films te maken. Hij paste zich snel aan aan de Amerikaanse manier van werken en regisseren, zodat hij al snel originele films kon regisseren bij Warner Bros..
De eerste originele film die hij draaide in de Verenigde Staten was The Last Flight (1931). De prent werd een succes.
Dieterle werd een genaturaliseerde burger van de Verenigde Staten in 1937. In datzelfde jaar won zijn film over Emile Zola een Oscar voor Beste Film.
Jaren veertig
In de jaren 1940 werden zijn films luxueuzer en romantischer. Vele filmcritici en -historici zijn het er heden ten dage over eens dat deze periode Dieterle's beste geweest is en zijn biopics uit de jaren dertig overtreft.
Gedurende de jaren 1950 ging het bergafwaarts met de carrière van Dieterle door het mccarthyisme. Hoewel hij nooit op de zwarte lijst gezet is, werd zijn liberale film Blockade (1938), net als sommige acteurs waar hij mee gewerkt had, als verdacht beschouwd.
Tot 1957 maakte hij nog films in de Verenigde Staten waaronder de film noirThe Turning Point (1952). Daarna verwezenlijkte hij films in Italië en Duitsland voor hij met pensioen ging in 1965.
Dieterle wordt vooral herinnerd om zijn elegantie. Hij droeg altijd een grote hoed en witte handschoenen op de set.
Filmografie
Als acteur
1913: Fiesko
1921: Die Verschwörung zu Genua
1921: Die Geierwally
1921: Hintertreppe
1921: Fräulein Julie
1922: Frauenopfer
1922: Der Graf von Charolais
1922: Lucrezia Borgia
1922: Marie Antoinette
1923: Bohème
1923: Die Austreibung
1923: Die grüne Manuela (ook regie-assistent)
1924: Carlos und Elisabeth
1924: Das Wachsfigurenkabinett
1924: Mutter und Kind
1924: Moderne Ehen
1925: Der Hahn im Korb
1925: Lena Warnstetten
1925: Die vom Niederrhein
1925: Die Blumenfrau vom Potsdamer Platz
1925: Die Gesunkenen
1926: Die Mühle von Sanssouci
1926: Zopf und Schwert
1926: Qualen der Nacht
1926: Die Försterchristl
1926: Der rosa Diamant
1926: Faust – eine deutsche Volkssage
1926: Die Flucht in den Zirkus
1926: Der Pfarrer von Kirchfeld
1927: Unter Ausschluß der Öffentlichkeit
1927: Violantha
1927: Der Zigeunerbaron
1927: Ich habe im Mai von der Liebe geträumt (ook productie)
1927: Die Weber
1927: Petronella
1927: Am Rande der Welt
1928: Frau Sorge
1930: Ludwig der Zweite, König von Bayern
1931: Dämon des Meeres
Als regisseur
1923: Der Mensch am Wege
1927: Das Geheimnis des Abbé X
1928: Die Heilige und ihr Narr
1928: Geschlecht in Fesseln
1929: Frühlingsrauschen
1929: Das Schweigen im Walde
1929: Ludwig der Zweite, König von Bayern
1929: Ich lebe für Dich
1929: Durchs Brandenburger Tor
1930: Eine Stunde Glück
1930: Der Tanz geht weiter
1930: Dämon des Meeres (onbenoemd)
1930: Die Maske fällt
1930: Die heilige Flamme (onbenoemd)
1930: Kismet
1931: The Last Flight
1931: Her Majesty, Love
1932: Man Wanted
1932: Jewel Robbery
1932: The Crash
1932: Six Hours to Live
1933: Lawyer Man
1934: Fashions of 1934
1934: Fog over Frisco
1934: Madame Du Barry
1934: The Firebird
1934: The Secret Bride
1935: A Midsummer Night’s Dream (co-regie)
1935: Dr. Socrates
1935: The Story of Louis Pasteur
1936: The White Angel
1936: Satan Met a Lady
1937: Another Dawn
1937: The Life of Emile Zola
1938: Robin Hood, König der Vagabunden (assistent)