Wilhelm Leibl was de zoon van de kapelmeester van de Dom van Keulen. Zijn grootvader was professor aan de Keulse universiteit. Hij studeerde aan de Academie voor Schone Kunsten te München, onder andere bij Carl Theodor von Piloty. Vanaf 1869 deelde hij met enkele andere jonge schilders een atelier in München. Succes had hij met zijn portret Bildnis der Frau Gedon (1869), hetgeen hem in contact bracht met Gustave Courbet. Op uitnodiging van Courbet reisde hij vervolgens naar Parijs. Daar leerde hij ook Édouard Manet kennen, wiens werk hij zeer bewonderde.
Vanaf 1870 vormde Leibl met onder andere Wilhelm Trübner, Carl Schuch en enige tijd ook Hans Thoma) de zogenaamde 'Leibl-groep'. De groep wees nadrukkelijk de sentimentaliteit van de toentertijd in Duitsland dominante romantiek af. Het werk van Leibl werd in deze periode sterk beïnvloed door Hans Holbein de Jonge en de Hollandse meesters. Vaak behandelde hij alledaagse onderwerpen, met een bijna obsesieve aandacht voor de techniek. De schoonheid van zijn werk wordt vooral gezocht in de gedetailleerde weergave van kleur en licht. De personen op zijn portretten en hun kleding voelen soms bijna tastbaar aan.