Nederland won met 2–0, na doelpunten van Cody Gakpo, die de eerste Nederlandse speler ooit werd met een doelpunt in elk van zijn eerste drie WK-wedstrijden, en Frenkie de Jong. Door de Nederlandse overwinning werden reeksen van niet verloren wedstrijden in reguliere speeltijd (17) en niet verloren groepswedstrijden (16) op het WK verlengd. Met de zege kwam Nederland voor een elfde keer een WK-groepsfase door: nooit werd Nederland in een WK-groepsfase uitgeschakeld. Qatar werd met zijn derde nederlaag op dit WK het eerste gastland ooit dat geen van zijn wedstrijden op het WK wist te winnen. De wedstrijd werd op NPO 1 bekeken door gemiddeld 3,8 miljoen mensen, waarmee het duel in Nederland de slechtst bekeken interland van Oranje op een eindtoernooi in de 21e eeuw werd.[1] Namens het Nederlands kabinet zat minister voor Medische ZorgConny Helder op de tribune.[2]
Voorafgaand aan de wedstrijd
Nederland stond bij aanvang van het toernooi op de achtste plaats van de FIFA-wereldranglijst en moest zes WK-deelnemers boven zich dulden.[3] Qatar was op de vijftigste plek terug te vinden.[4] Twee WK-deelnemers waren lager gerangschikt dan Qatar.
Nederland en Qatar troffen elkaar voorafgaand aan deze wedstrijd nog nooit. Nederland won elk van zijn eerdere vijf WK-wedstrijden tegen landen aangesloten bij de AFC. Voor Qatar was het zijn eerste WK-wedstrijd ooit tegen een Europees land.
Nederland won eerder in de groepsfase met 2–0 van Senegal en speelde met 1–1 gelijk tegen Ecuador. Nederland had aan een gelijkspel genoeg om zich te kwalificeren voor de achtste finales en was afhankelijk van het resultaat van de wedstrijd tussen Ecuador en Senegal voor de groepswinst. Qatar was al uitgeschakeld, na nederlagen tegen Ecuador (0–2) en Senegal (1–3).