De volgende 15 km graaft de kloof van de Vis zich steeds dieper in tussen de Causse de Campestre-et-Luc, de Causse de Blandas en vervolgens de Causse du Larzac, terwijl de bedding meestal droog blijft. Bij Camp d'Altou, 1 km stroomopwaarts van Vissec, wordt de Vis vervoegd door zijn belangrijkste zijrivier, de Virenque. Het dorp Vissec wordt omcirkeld door een meander van de droge Vis en markeert de ingang van de Gorges de la Vis.
Enkele kilometers stroomafwaarts verschijnt de rivier op een zeer spectaculaire manier terug aan de oppervlakte bij de résurgence de la Foux, zo genoemd naar de watermolens 'Moulins de la Foux' die op de resurgentie gebouwd zijn.
De Vis snijdt vervolgens via een waterval een meander af bij het dorp Navacelles en vormt zo het Cirque de Navacelles. Stroomafwaarts Navacelles bereikt de canyon zijn grootste diepte, en meandert nog een dertigtal kilometer verder tot aan Saint-Laurent-le-Minier om uit te monden in de Hérault stroomopwaarts van Ganges, departement Hérault.
Hydrologie
De Vis is een typische rivier voor de Cevennen, met een zeer onregelmatig debiet. In vergelijking met de andere rivieren van het Hérault-bekken is het een krachtige rivier, met een gemiddeld jaardebiet van 10,00 m³/s (gemeten nabij Saint-Laurent-le-Minier). De jaarlijkse neerslaghoeveelheid in het stroomgebied is 953 mm, of driemaal zoveel als de gemiddelde hoeveelheid voor heel Frankrijk.
Biotopen, flora en fauna en bescherming
De Vis stroomt voor het grootste deel van zijn loop door een kalkplateau, wat in combinatie met de hoogteverschillen en het mediterraan klimaat een lappendeken geeft van naaldbos, loofbos, kalkgraslanden en lapiaz (blootliggende kalkrotsen), kliffen, puinkegels in verschillende stadia van verwering, en grotten. Onder andere door deze variatie aan natuurlijke biotopen en micro-klimaten is ook de biodiversiteit, de soortenrijkdom aan planten en dieren, bijzonder groot.
De vallei is net als de rest van de causses zeer rijk aan orchideeën en andere kalk- en warmteminnende planten.