Validisme

Verschillende internationaal geaccepteerde disability symbolen.

Validisme (ook aangeduid in het Engels als: ableism ('able-ism'); ook bekend als, disablisme, anapirofobie, anapirisme, en discriminatie van mensen met een beperking) is discriminatie, marginalisatie en stigmatisering van mensen met een fysieke, zintuiglijke of verstandelijk handicap, een chronische ziekte of een psychische aandoening of neurodivergentie.[1][2][3] Het woord werd in Nederland gebruikt vanaf in elk geval 1988, door Yvette den Brok.[1][2][3] Validisme kan verbonden worden met racisme en seksisme.[2][4]

Validisme kenmerkt mensen doordat ze worden gedefinieerd door hun beperkingen, en het classificeert ook mensen met een beperking als inferieur aan mensen zonder beperkingen.[5] Op basis hiervan worden mensen bepaalde veronderstelde vaardigheden, vaardigheden of karakteroriëntaties toegekend of ontzegd. Hoewel validisme en disablisme beide termen zijn die discriminatie van mensen met een beperking beschrijven, ligt de nadruk bij elk van deze termen iets anders. Validisme is discriminatie ten gunste van mensen zonder beperkingen, terwijl disablisme discriminatie tegen mensen met een beperking is.[6]

Er zijn stereotypen die ofwel geassocieerd zijn met beperkingen in het algemeen, of ze zijn geassocieerd met specifieke beperkingen of chronische gezondheidsproblemen (bijvoorbeeld de veronderstelling dat alle mensen met een beperking genezen willen worden, de veronderstelling dat rolstoelgebruikers en personen met dwerggroei ook een verstandelijke beperking hebben, of de veronderstelling dat blinde mensen een speciale vorm van inzicht hebben). Deze stereotypen dienen op hun beurt als rechtvaardiging voor discriminerende praktijken en versterken discriminerende attitudes en gedrag jegens mensen met een beperking.[7] Labeling beïnvloedt mensen wanneer het hun opties voor actie beperkt of hun identiteit verandert.[8]

In validistische samenlevingen wordt het leven van mensen met een beperking beschouwd als minder de moeite waard, of mensen met een beperking worden soms als minder waardevol beschouwd, zelfs als vervangbaar. De eugenetische beweging van het begin van de 20e eeuw wordt beschouwd als een uiting van wijdverbreid validisme.[9]

Disability studies is een academische discipline die zich richt op het bestuderen van validisme.[10]

Geschiedenis

Nazi-Duitsland

In juli 1933 voerde Hitler samen met de naziregering de wet ter voorkoming van nakomelingen met erfelijke ziekten (Duits: Gesetz zur Verhütung erbkranken Nachwuchses)[11] uit. Deze wet implementeerde in wezen sterilisatiepraktijken voor alle mensen met wat werd beschouwd als erfelijke handicaps. Bijvoorbeeld, handicaps zoals geestesziekte, dwerggroei, blindheid en doofheid werden allemaal beschouwd als erfelijke ziekten; daarom werden mensen met deze handicaps gesteriliseerd. De wet creëerde ook propaganda tegen mensen met handicaps; mensen met handicaps werden afgebeeld als onbelangrijk voor de vooruitgang van het Arische ras.[12]

In 1939 ondertekende Hitler het geheime euthanasieprogramma-decreet Aktion T4, dat de moord op geselecteerde patiënten met chronische neurologische en psychiatrische aandoeningen machtigde. Voor het euthanasieprogramma was de medewerking van veel Duitse artsen nodig, die de medische dossiers van patiënten in instellingen beoordeelden om te bepalen welke mensen met beperkingen gedood moesten worden. De artsen hielden ook toezicht op de daadwerkelijke moorden. De gedoemde patiënten werden overgebracht naar zes instellingen in Duitsland en Oostenrijk, waar ze werden gedood in speciaal gebouwde gaskamers. Zuigelingen en kleine kinderen met beperkingen werden ook gedood door injectie met een dodelijke dosis drugs of door uithongering. De lichamen van de slachtoffers werden verbrand in grote crematoria.[12]

Dit programma doodde ongeveer 70.000 gehandicapte mensen voordat het officieel werd stopgezet door Hitler in 1941 onder druk van het publiek, en het werd onofficieel voortgezet buiten het zicht van het publiek, waarbij in totaal 250.000 of meer mensen werden gedood tegen het einde van Hitlers heerschappij in 1945.[13][12]

Een poster in goudkleur en lijnillustratie, met drie mensen: een grote dreigende man, een kleine fragiele man en een vrouw in academische gewaden; de tekst luidt "Zij. Het is tijd dat ik hier wegkom. Waar zal ik de sleutel vinden? Gedetineerden, gekken en vrouwen! Hebben geen stemrecht voor het parlement."

Verenigd Koninkrijk

In het VK werd discriminatie op basis van handicap onwettig als gevolg van de Disability Discrimination Act 1995 en de Disability Discrimination Act 2005. Deze werden later opgevolgd, met behoud van het materiële recht, door de Equality Act 2010. De Equality Act 2010 bracht bescherming samen tegen meerdere vormen van discriminerend gedrag (handicap, ras, religie en overtuiging, geslacht, seksuele geaardheid, genderidentiteit, leeftijd en zwangerschap (de zogenaamde "beschermde kenmerken").[14]

Onder de Equality Act van 2010 zijn er verboden tegen verschillende vormen van discriminatie, waaronder directe discriminatie (art. 13), indirecte discriminatie (art. 6, art. 19), hara ssment (art. 26), victimisatie (art. 27), discriminatie als gevolg van handicap (art. 15) en het nalaten redelijke aanpassingen te doen (art. 20).[15]

Deel 2, Hoofdstuk 1, Sectie 6, van de Equality Act 2010 bepaalt dat "Een persoon (P) een handicap heeft als (a) P een fysieke of mentale beperking heeft, en (b) de beperking een aanzienlijk en langdurig nadelig effect heeft op het vermogen van P om normale dagelijkse activiteiten uit te voeren."[16]

Verenigde Staten

Net als veel minderheidsgroepen werden gehandicapte Amerikanen gedurende het grootste deel van de Amerikaanse geschiedenis vaak gesegregeerd en werden hen bepaalde rechten ontzegd.[17] In de jaren 1800 vond er een verschuiving plaats van een religieus perspectief naar een meer wetenschappelijk perspectief, wat leidde tot meer onderzoek naar individuen met handicaps.[18] Het publieke stigma begon te veranderen na de Tweede Wereldoorlog, toen veel Amerikanen met handicaps terugkeerden. In de jaren 1960, na de burgerrechtenbeweging in Amerika, begon de beweging voor gehandicaptenrechten. Het doel van de beweging was om alle individuen met handicaps gelijke rechten en kansen te geven. Tot de jaren 1970 was ableïsme in de Verenigde Staten vaak in de wet gecodificeerd. Zo verboden zogenaamde "lelijke wetten" in veel rechtsgebieden mensen om in het openbaar te verschijnen als ze ziektes of verminkingen hadden die als onaantrekkelijk werden beschouwd.[19]

Frankrijk

In Frankrijk definieert het manifest van het Collectif Lutte et Handicaps pour l'Égalité et l'Émancipation (CLHEE) het validisme als volgt:

"Validisme kenmerkt zich door de overtuiging van valide personen dat hun gebrek aan handicap en/of goede gezondheid hen een meer bevoorrechte en zelfs superieure positie verleent ten opzichte van personen met een handicap."

De vereniging Handi-social, opgericht door Odile Maurin in 2001 in Toulouse, gebruikt de term validisme om het systeem van normen en waarden aan te duiden dat de samenleving organiseert rond de niet gehandicapte persoon, met name onder impuls van Elisa Rojas van het CLHEE. De term wordt gebruikt om een reeks discriminaties te benoemen en aan de kaak te stellen, waarbij wordt aangetoond dat de gehandicapte persoon marginaliseerd is en uitgesloten van de openbare ruimte, met nadruk op overheersing en sociale segregatie van lichamen (zie Biopolitiek).[20]

Nederland

In Nederland zijn verschillende organisaties actief in de gehandicaptenbeweging. Ze pleiten voor verbetering van de toepassing van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap en gaan validisme tegen.

Koepelorganisatie Ieder(in) startte in 2014, als voortzetting van de CG-Raad (Chronisch zieken en Gehandicapten Raad) en Platform VG (Platform Verstandelijk Gehandicapten).[21] Ieder(in) is lid van de Alliantie voor de implementatie van het VN-verdrag, dat samen met de rijksoverheid, gemeenten en ondernemers en werkgevers samenwerkt aan de implementatie van het VN-verdrag in Nederland.[22] Wij Staan Op! werd opgericht in 2015 op initiatief van Pauline Gransier en Jiska Ogier.[23] In 2019 is Feminists Against Ableism opgericht, in eerste instantie om de protestmars 'Women's March 2019' toegankelijk te maken voor gehandicapte deelnemers.[24][25] FAA pleit voor toevoegen van validisme aan Artikel 1 uit de Grondwet en voor het ratificatie van het optionele protocol van het VN-verdrag Handicap.[26]

In 2021 ontving het College voor de Rechten van de Mens een recordaantal klachten en vragen over discriminatie, het grootste deel daarvan over validisme.[27]

VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap

In mei 2012 werd het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap geratificeerd.[28] Het document stelt de onaanvaardbaarheid van discriminatie op basis van handicap vast, ook op het gebied van werkgelegenheid. Bovendien creëren de wijzigingen een juridische basis om de rechten van personen met een handicap aanzienlijk uit te breiden, ook in de administratieve procedure en in de rechtszaal. De wet legde specifieke verplichtingen vast die alle eigenaren van faciliteiten en dienstverleners moeten nakomen om gelijke omstandigheden te creëren voor mensen met een handicap, vergelijkbaar met anderen.[29]

Soorten

Validisme, de discriminatie van mensen op basis van hun geestelijke of lichamelijk beperking, kan onderscheiden worden op verschillende niveaus. Institutioneel validisme zien we in structurele uitsluiting, zoals de Ugly Law Theorie. Architectonisch validisme duidt op discriminatie of uitsluiting van mensen met beperkingen gebaseerd op fysieke toegankelijkheid. Cultureel validisme omvat stereotypen en vooroordelen rond handicaps. Interactioneel validisme komt tot uiting in alledaagse interacties waarin mensen met handicaps worden gemarginaliseerd. Verinnerlijkt validisme verwijst naar het internaliseren van maatschappelijke vooroordelen, wat kan leiden tot zelfstigma bij mensen met handicaps.

Institutioneel validisme

Mensen met een beperking kunnen in onze samenleving niet vanzelfsprekende participeren wat betreft wonen, winkelen, werken, (openbaar) vervoer, scholing, huishouden, hobby's, recreatie, relaties, etc. De maatschappij is er niet op ingericht om voor iedereen toegankelijk te zijn. Zo zijn scholen vaak onvoldoende toegankelijk, vanuit de gedachte dat mensen met een beperking maar naar speciaal onderwijs moeten gaan.[30]

Ugly Law-theorie

De Ugly Law-theorie, is een theorie waarbij mensen met een zichtbare handicap uit het openbare leven moeten worden geweerd.[31] De Ugly Law's waren gemeentelijke statuten in de VS tussen 1867 en 1918 die het verschijnen in het openbaar van mensen met zichtbare handicaps verboden.[31] Deze wetten, ook wel eugenetica genoemd, hadden als doel mensen met handicaps uit openbare ruimtes te weren. De term werd in de jaren 1970 gebruikt door de handicapbeweging in de strijd voor inclusie.[19] In het verhaal van de klokkenluider van de Notre Dame staat de Ugly Law theorie centraal.[32]

Architectonische validisme

Architectonische validisme verwijst naar de discriminatie of uitsluiting van mensen met beperkingen op basis van fysieke toegankelijkheid in de gebouwde omgeving. Het omvat fysieke barrières in gebouwen, openbare ruimtes, wegen en infrastructuur die het moeilijk maken of zelfs onmogelijk voor mensen met beperkingen om volledig deel te nemen aan de samenleving.[33]

Gebouwen die niet zijn ontworpen met universele toegankelijkheid in gedachten, kunnen obstakels vormen voor mensen met mobiliteitsbeperkingen. Bijvoorbeeld, gebrek aan hellingen, liften, of brede deuropeningen kan de toegang tot openbare en private gebouwen beperken. Slecht ontworpen trottoirs, ontoegankelijke parkeerplaatsen en gebrek aan aangepaste sanitaire voorzieningen dragen bij aan de fysieke belemmeringen waarmee mensen met beperkingen worden geconfronteerd.[33]

Architectonisch validisme heeft niet alleen betrekking op fysieke structuren, maar ook op verkeersborden en signaleringen. Als deze niet zijn ontworpen met inachtneming van verschillende behoeften, kunnen ze de mobiliteit van mensen met visuele of cognitieve beperkingen belemmeren.[34]

Stereotypering en stigmatisering

Stereotypering en stigmatisering spelen een rol in de culturele representatie van mensen met een handicap, wat een invloed heeft op hun perceptie en behandeling in de samenleving. Een inaccuraat beeld van handicaps in de media kan leiden tot versterking van heersende opvattingen over handicaps. Stereotypen kunnen schadelijke gevolgen hebben, zoals gevoelens van isolement, verminderd zelfvertrouwen, en kunnen bijdragen aan discriminatie en vooroordelen in de samenleving.[35][36]

Een concreet voorbeeld hiervan is te zien bij dwerggroei, een zichtbare handicap die vaak wordt geassocieerd met verschillende vormen van entertainment, zoals folklore en laagdrempelige amusement. Door de geschiedenis heen en ook in hedendaagse media, zijn kleine mensen vaak een bron van populair vermaak geweest, niet zozeer vanwege hun vaardigheden, maar eerder vanwege hun opvallende uiterlijk, met name hun kleine gestalte.[37]

Onderzoek, zoals dat van Klein (2019)[38], toont aan dat bewustwording van de stigmatisering een bijdragen kan leveren aan een betere integratie van personen met een handicap. Daarnaast biedt werk op het gebied van humor en sociale psychologie, zoals dat van Green en Pinter (2018)[39], inzichten die kunnen helpen bij het verminderen van stereotypen en het bevorderen van een objectievere perceptie.

Cultureel validisme

Cultuur bepaalt de mate waarin mensen met een beperking gestigmatiseerd worden. Er zijn culturen waar het uiterlijk van mensen belangrijk is en men liever niet erkent dat beperkingen bij het leven horen. In andere culturen worden bijvoorbeeld blinde mensen heel waardig behandeld, omdat men gelooft dat blindheid speciale gaven met zich meebrengt.[30]

Interactioneel validisme

In de dagelijkse omgang worden mensen met een beperking vaak verkeerd ingeschat of betutteld, of er wordt geen rekening met hen gehouden. Mensen spreken hen bijvoorbeeld kinderachtig of zeer langzaam toe, of communiceren alleen met degene die naast of achter een rolstoel loopt en niet met degene die er in zit. Veel mensen voelen en gedragen zich ongemakkelijk als ze iemand met een beperking ontmoeten en weten niet goed hoe zij met diegene om moeten gaan. Dit komt mogelijk ook doordat er maar zeer weinig mensen met handicap op tv zijn of in kranten of tijdschriften staan.

Een andere vorm van vervelende bejegening is het ontkennen van de beperking. Men doet dan alsof iemand met een beperking net zo is als alle anderen, terwijl een deel van iemands ervaring of identiteit daarbij ontkend wordt.

Ook komt het voor dat iemand met een handicap wordt behandeld als een uitzondering, omdat diegene 'gewoon meedoet aan de maatschappij'. Dit wordt ook wel inspiration porn genoemd, omdat hierbij de persoon achter de handicap volledig uitgevlakt wordt en het verhaal en bestaan van diegene enkel dient tot inspiratie van mensen zonder handicap.[30]

Verinnerlijkt / geïnternaliseerd validisme

Validisme zit zo diep in de samenleving verweven, dat de meeste mensen niet doorhebben hoezeer mensen met een beperking gediscrimineerd worden. Zij zien validisme simpelweg als de normale gang van zaken. Als gevolg hiervan internaliseren mensen met een beperking vaak deze negatieve oordelen over hun groep, waardoor zij gaan geloven dat zij minder waard zijn en tot minder in staat zijn dan mensen zonder beperking.[30][26]

Oorzaak van validisme

Validisme kan evolutionaire en existentiële oorsprongen hebben (angst voor besmetting, angst voor de dood). Het kan ook geworteld zijn in geloofssystemen (sociaal darwinisme, meritocratie), taal (zoals "lijden aan" een handicap) of onbewuste vooroordelen.[40][41]

Maatschappelijke reactie

Een validistische samenleving beschouwt mensen met een beperking als afwijkend. Ze richt de sociale omgeving (openbaar vervoer, openbare gebouwen, de openbare ruimte, uitgaansgelegenheden) zo in alsof iedereen dezelfde afmetingen en lichaamsbouw heeft en op eenzelfde wijze functioneert.

Tegenover een validistische samenleving staat een inclusieve samenleving. 'Inclusief' is het tegengestelde van 'exclusief', uitsluitend. In een inclusieve samenleving worden mensen niet uitgesloten, maar kan iedereen (dus ook mensen met een handicap) ongehinderd participeren. Mensen met een functiebeperking worden niet genegeerd, maar kunnen en mogen zichzelf zijn en drempels (letterlijke drempels, maar ook overdrachtelijke) zijn weggenomen.

Zie ook

Strategi Solo vs Squad di Free Fire: Cara Menang Mudah!