Als kind was hij al sterk en daarnaast moeilijk opvoedbaar. Daarom werd hij opgevoed door twee bliksemgeesten, Vingnir en Hlora. Hij groeide uit tot een enorme man, bijna een reus, met dezelfde kracht, en zijn hamer Mjölnir maakte hem nog sterker.
Thor was bevriend met Loki en zijn favoriete bezigheid was het doodslaan van reuzen. Hij staat voor ordeschepper tegenover de chaos.
Verhalen
Deze twee eigenschappen komen beide terug in Þrýmskviða, waarin de reus Þrymr Thors hamer steelt. Þrymr wil hem enkel teruggeven als hij Freya, de vruchtbaarheidsgodin, tot vrouw krijgt. Dit is natuurlijk onmogelijk, zonder Freya zou nooit de zomer intreden (de Germanen kenden slechts zomer en winter), en daarom smeedde Loki een plan.
Hij leende de verenjurk van Freya en liet Thor die aantrekken. Verkleed als vrouw ging Thor, samen met Loki, naar Útgard, in het land der Jötun, waar zij hartelijk ontvangen werden door Þrymr. Deze laatste dacht namelijk dat Thor Freya was; dat deel van het plan slaagde dus. Maar Thor at en dronk zoveel, dat het de reuzen opviel. Loki legde echter uit dat Freya zo verheugd was te mogen trouwen met de beroemde Þrymr, dat zij zeven dagen en zeven nachten niet had gegeten. Kort daarna, toen de reuzen dronken genoeg waren, vroeg hij de hamer te geven en daarop sloeg Thor alle aanwezige reuzen dood.
Tyr vertelt Thor over de ketel van Hymir en ze ontmoeten de grootmoeder van Tyr met negenhonderd hoofden. Beide worden eerst verborgen door de vrouw als Hymir thuiskomt en er volgt een feestmaal. Thor eet twee stieren. Hij moet echter de volgende dag voor voedsel zorgen en vangt met de kop van een os een draak (of slang), de Midgaardslang Jormungandr. Dan moet Thor een beker breken, maar dit lukt niet. Na advies van de vrouw gooit hij de beker tegen het hoofd van de reus, waarna het voorwerp breekt. Thor neemt samen met Tyr de ketel mee naar huis.
Ook in de Hymiskviða, een ander Edda-lied, staan enkele sterke verhalen over Thor. Ook daar laat hij zich kennen als een buitenmatige eter. Misschien heeft hij deze eigenschap om aan te tonen dat hij in feite zelf niet moet onderdoen voor de reuzen, die Jötnar (eters) en Thursten (drinkers) zijn van al wat beschikbaar is. In Thor en Loki in Jotunheim krijgt Thor samen met Loki onmogelijke opdrachten.
In Alvíssmál verlooft een dwerg (Alvis, ook wel Alwis) zich met Þrúðr (de dochter van Thor). Als Thor na acht maanden thuiskomt vindt hij dit geen geschikte partner voor haar. Hij besluit de dwerg vragen te stellen en de dwerg beantwoordt deze. Dan komt de zon op en de dwerg versteent.
Wodan (als de veerman Haarbaard of Grijsbaard) ontmoet Thor als die de rivier wil oversteken. Haarbaard mag alleen eerlijke zielen overzetten op de boot van Strijdwolf. Thor beweert de zoon van Wodan te zijn, de reus Berggevaarte gedood te hebben en nog vele andere gevechten gewonnen te hebben. Wodan vertelt over zijn avonturen met vrouwen. Na een lange discussie vol spot, blijft hij weigeren Thor de rivier over te zetten.
Illustratie bij Hymiskviða; Thor slacht de os, The Elder or Poetic Edda; commonly known as Sæmund's Edda, W.G. Collingwood, 1908
Illustratie bij Hymiskviða; Thor vist, The Elder or Poetic Edda; commonly known as Sæmund's Edda, W.G. Collingwood, 1908
De dwerg Alvis beantwoordt de vragen, The Elder or Poetic Edda; commonly known as Sæmund's Edda, W.G. Collingwood, 1908
Thor bedreigt Grijsbaard, The Elder or Poetic Edda; commonly known as Sæmund's Edda, W.G. Collingwood, 1908
Attributen
In de Edda wordt hij beschreven als de sterkste onder de goden en als beschermheer van zowel goden als mensen (Asgard en Midgard). Hij rijdt door de lucht op een wagen getrokken door twee bokken (Tandgniostr en Tandgrisnir)
Hij heeft nog enkele attributen die hem nog sterker, nog gevaarlijker maken voor zijn vijanden. In de eerste plaats is er de machtige Mjölnir, een magische hamer, door dwergen gesmeed. Wanneer Thor zijn hamer werpt ontstaan er bliksemschichten. Mjölnir keert na iedere worp naar Thor terug. De hamer is het symbool voor het brengen van orde en maakt Thor tot ordeschepper.
Verder heeft hij een gordel (Megingjörð), die zijn van nature reeds overweldigende kracht nog eens verdubbelt, en ijzeren handschoenen (Járngreipr) voor een stevige greep op zijn hamer. Hij wordt voorgesteld als een zeer forse man met bliksemende ogen en een rode baard. Zijn stem klinkt als de donder en zijn eet- en drinklust is enorm. Hij wordt geholpen door zijn snelvoetige knecht Thialfi.
Thor met Mjöllnir in zijn strijdwagen, getrokken door Tandgniostr en Tandgrisnir, Manual of Mythology : Greek and Roman, Norse, and Old German, Hindoo and Egyptian Mythology, 1965
Útgarða-Loki legt Thor uit dat hij in illusies geloofde en laat de drie kloven zien die met de hamer Mjöllnir zijn veroorzaakt in de bergen, Myths of the Norsemen from the Eddas and Sagas, John Charles Dollman, 1909
Band met Loki
Thor heeft een speciale band met Loki. Er bestaan vele verhalen over de avonturen die ze samen beleefden toen ze eropuit trokken.
De vriendschap met Loki eindigde op het zeebanket van de zeegod Ægir, waarbij Loki de goden te schande maakte, zoals beschreven in de Lokasenna. Thor kwam binnenlopen, hoorde Loki’s scheldpartij aan en snoerde hem de mond.
Thor daagt Skrymir uit, zijn reisgezelschap bestaat uit Loki, Thialfi en Röskwa, In the Days of Giants: A Book of Norse Tales, 1902
Thor en Loki in de strijdwagen getrokken door Tandgniostr en Tandgrisnir, Asgard Stories: Tales from Norse Mythology, 1901
Loki en Thor, The Children of Odin: The Book of Northern Myths, Willy Pogany, 1920
Vrouwen
Thor is getrouwd met Sif. Loki schoor de haren van Sif af, waarna Thor eiste dat hij voor nieuwe haren zou zorgen.
Jarnsaxa is de minnares en tweede vrouw van Thor volgens de Proza-Edda en werd door hem moeder van Magni en Modi.
Loki laat de gouden haren van Sif, gemaakt door Dvalinn, zien aan Thor, The Gordon Readers, 1910
Aartsvijanden
Thors aartsvijanden zijn de vorstreuzen en demonen, die de kosmische orde willen vernietigen, de Thursen en Joten. Hij verbrijzelt ze dan ook steevast door middel van zijn hamer, bij voorkeur door ze de schedel in te slaan.
Thor vernietigt de reus Thrym, Teutonic Mythology Vol. II, Lorenz Frølich, 1902
Thor's strijd met Jättarna, Mårten Eskil Winge, 1872
Thor kruipt uit de handschoen van Skrimir, Walhall, die Götterwelt der Germanen, Emil Doepler, 1905
Thor vecht met de ijsreuzen, Asgard Stories: Tales from Norse Mythology, 1901
Thor vecht met Hrungnir, Die nordischen Göttersagen, Ludwig Pietsch, 1965
Ragnarök
Bij de eindstrijd (Ragnarok) tussen goden en vorstreuzen zal Thor de wereldslang, ook Midgaardslang (of Jǫrmungandr) genoemd, met zijn hamer vermorzelen, maar zal hij zelf door het gif van het monster sterven.
Ragnarök; The Elder or Poetic Edda; commonly known as Sæmund's Edda, W.G. Collingwood, 1908
Odin richt zijn speer op Fenrir, Thor verdedigt zich met zijn schild tegen Jörmungandr en haalt uit met Mjöllnir, Freyr en Surtr vechten en op Bifröst is een enorme strijd te zien, Nordisch-germanische Götter und Helden, F. W. Heine, 1882
Het gevecht tussen Thor en Jörmungandr, Den ældre Eddas Gudesange, Lorenz Frølich, 1895
Cultus
Evenals Odin is ook Thor het onderwerp van de meest fantastische avonturen, maar ondanks zijn woeste uiterlijk en zijn bloedige vechtpartijen was hij zeer populair bij de mensen. Dit was omdat hij ook werd beschreven als eerlijk en dapper, die bij hem geborgenheid en bescherming van het gezin en van het huiselijk leven vonden. Thors hamer Mjöllnir staat dan ook symbool voor bescherming voor het huis en de familie.
In tegenstelling tot Odin vraagt Thor geen mensenoffers. Een van zijn cultuscentra was een groot centrum in Uppsala waar hij centraal stond, met aan zijn rechterzijde Odin.
De tempel op Helgafell wordt in verband gebracht met Thor.
Thor, Horagalles of Thoragales, een rune op een rituele drum uit Noorwegen, 1871
Þórslíkneskið; beeld van Thor of Christus, in IJsland gevonden in 1815 of 1816, gedateerd ca. 1000 n. Chr.
Links Frigg met zwaard en boog, in het midden Thor met kroon zittend op een troon rechts de zwaarbewapende Odin, Historia de gentibus septentrionalibus, Olaus Magnus, 1555
In de Proloog van de Proza-Edda wordt Tror (Thor) genoemd als de zoon van Munon (Mennon) en Troan, de dochter van Priamus, de koning van Troje. Tror werd opgevoed in het pleeggezin van graaf Loricus en zijn vrouw Lora (Glora) in Thracië. Tror doodde zijn pleegouders in zijn jeugd en werd de heerser over Thracië, in de mythologie bekend als Trudheim. Tror reisde rond en ontmoette in het noorden zijn vrouw, de profetes Sibyl (Sif). Loridi was hun zoon en zestien generaties later werd van Friallaf (Fridleid) Voden (Odin) geboren, die van Turkije met de Aesir ('het volk uit Asia') naar het noorden reisde en in Saxland, Reidgotaland, Zweden en Noorwegen zijn zonen op de troon zette.[1]
In de Middeleeuwen stelde men Thor (Donar) gelijk met de Romeinse godJupiter. Daarom werd de dies Jovi (Latijn voor dag van Jupiter) in het Nederlands naar Donar donderdag.[2]
Oudsaksische doopgelofte
Donar is een van de goden die in het Nederland van de 8e eeuw door middel van de Oudsaksische doopgelofte moest worden afgezworen.
[…] end ec forsacho […] Thunaer ende Uuoden ende Saxnote ende allum them unholdum
[…] en ik verzaak […] Donar en Wodan en Saxnot en al de afgoden
Thor in media en vernoemingen
Thor duikt net als andere goden regelmatig op in hedendaagse media:
Thor speelde een hoofdrol in de film, A Legend Of Thor.
↑Sturluson S., The Prose Edda, vertaling van J.L.Byock, Penguin Classics, 2005, pp 5-8
↑Donderdag (vijfde dag van de week), in: M. Philippa e.a., Etymologisch Woordenboek van het Nederlands (2003-2009). Op: etymologiebank.nl. Hierin: "De dag is genoemd naar de Germaanse god Donar (...) Hij werd geïdentificeerd met de Romeinse god Jupiter (...) Zodoende werd de Latijnse naam van de donderdag Jovis dies ‘dag van Jupiter’ met de naam van Donar in het Germaans vertaald".