Toen in de loop van de jaren 70 de punk in Groot-Brittannië opkwam, schreven vele kranten over dit verschijnsel, en de toon was dan vooral 'herrie' en 'vandalisme'. In de zomer van 1976 verscheen op elke Britse voorpagina het verhaal van een bezoeker van een optreden van The Clash, wiens oor bijna was afgebeten door het latere The Mo-dettes-lid Jane Crockford.[1] Deze bezoeker was Shane MacGowan, geboren in Kent, als kind naar Londen gekomen.
Enkele jaren na dit incident richtte MacGowan zelf een punkgroep op: de Nipple Erectors, kortweg the Nips. Shanes Ierse achtergrond liet hem echter niet los en uit de resten van de Nips werd in 1984The Pogues geboren. De oorspronkelijke naam van de band luidde overigens "Pogue Mahone", een verengelsing van de Ierse verwensing póg mo thóin ("lik m'n reet"). In datzelfde jaar verscheen hun eerste studio-album, Red Roses for Me, als LP. Dit was een opmerkelijke en voor die tijd behoorlijk vernieuwende mengeling van punk en Ierse folk, die sterk aan The Dubliners deed denken. Er was een accordeon en een tin whistle te horen naast instrumenten die gangbaarder zijn in de rockscene. Shane zong allesbehalve zuiver, maar zijn teksten vielen op en ondanks zijn chronische alcoholisme kon hij goed uit de weg met de soms pittige teksten, die hij zelf schreef. Elvis Costello was erg onder de indruk toen hij dit debuut hoorde. Hij produceerde in 1985 het tweede album, Rum, Sodomy and the Lash, waarop het ruwe geluid wat werd bijgeschaafd. Ook Nederland leerde via de VPRO The Pogues rond deze tijd kennen.
Optredens van The Pogues waren altijd een feest, ondanks het steeds erger wordende alcoholisme van MacGowan, die inmiddels ook bekendstond om zijn extreem rottende gebit. Ondanks zijn vaak dronken toestand kon MacGowan vooral gedurende de eerste jaren de snelle teksten prima baas. Het kwam echter steeds vaker voor dat concerten op het laatste moment vervielen omdat hij niet in staat was rechtop te staan.
De derde LP, If I Should Fall From Grace With God (1988), wordt door velen als het hoogtepunt van de band beschouwd. Op dit album staat onder meer het nummer Fiesta, dat ook in Nederland een bescheiden hit werd. Hoewel relatief weinig mensen hier The Pogues bij naam kennen, blijkt dit lied zeer bekend te zijn onder alle lagen van de bevolking. The Pogues traden in deze tijd ook op op Pinkpop. Verder verleende zangeres Kirsty MacColl haar medewerking aan het scabreuze kerstnummer Fairytale of New York, dat mogelijk het bekendste nummer van The Pogues is geworden en als enige van hun nummers langdurig hoog scoorde in de nationale hitlijsten. Bassiste Cait O'Riordan had de groep inmiddels verlaten: ze trouwde met Costello. Onder andere Terry Woods, die toen al een veteraan was in de folk-scene, kwam de groep versterken.
De volgende LP's zijn Peace and Love (1989) en Hell's Ditch (1990). Met name Peace and Love sloeg minder aan dan de vorige albums, vooral omdat hier minder dan de helft van de nummers door MacGowan zelf – die inmiddels met gezondheidsproblemen kampte – gezongen wordt. Ook veel teksten op dit album zijn niet meer van hem. MacGowan levert desondanks nog steeds opmerkelijke nummers af, zoals Lorca's Novena (over de terechtstelling van Federico García Lorca), maar zijn alcoholisme zorgt ervoor dat de andere bandleden meer en meer het heft in eigen handen moeten nemen. Zo schrijven Jem Finer en Philip Chevron nu een groot deel van de teksten, en blijkt Chevron ineens ook een heel mooie stem te hebben.
Het voorlopige einde van The Pogues
Het gedrag van MacGowan wordt echt een probleem en in 1991 verlaat hij The Pogues; onbekend is of dit op vrijwillige basis gebeurde. De concerten worden vervolgd met als invaller voor MacGowan Joe Strummer, ex-Clash-lid, als tijdelijke leadzanger. Dit had tot gevolg dat sommige traditionele Clash-nummers geheel in de stijl van The Pogues werden uitgevoerd tijdens concerten. Toch was de band met het vertrek van MacGowan haar oorspronkelijke karakter duidelijk kwijt, ook al nam Spider Stacy (tin whistle) na het invallen van Strummer de microfoon verdienstelijk over en verschenen er met Strummer nog twee albums: Waiting for Herb (1993) en Pogue Mahone (1996). "Tuesday Morning" werd hun derde en laatste top 20-hit en tevens hun best verkochte single.
Terry Woods en James Fearnley verlieten daarna de band om te worden vervangen door David Coulter en James McNally. Chevron moest slechts enkele maanden later om gezondheidsredenen de band ook verlaten. Hij werd opgevolgd door zijn vroegere gitaartechnicus James Clarke. MacGowan richtte een eigen band op, Shane MacGowan and The Popes, waar hij in de jaren daarna wisselend succes mee had.
Doorstart
In 2001 sloot Shane MacGowan zich opnieuw aan bij The Pogues, en ze gaven rond de kerstdagen een aantal reünieconcerten in Groot-Brittannië. In de originele bezetting gaven ze een tiental concerten voor uitverkochte zalen met een uitzinnig publiek. Het bleek dat zowel de band alsook Shane MacGowan hierdoor weer iets van hun glans terugkregen. De reünieconcerten werden in 2004 en 2005 herhaald en leken sindsdien een jaarlijks terugkerend verschijnsel te zijn geworden.
Inmiddels had Shane MacGowan definitief een einde gemaakt aan zijn samenwerking met The Popes en richtte hij zich uitsluitend nog op reünieconcerten met zijn vertrouwde band. Ook in de Verenigde Staten bleken The Pogues nog niets aan populariteit ingeboet te hebben.
In 2005 werd een live cd van een reünieconcert van de Brixton Academy 2001 uitgegeven, samen met een "best of"-cd: The Ultimate Collection.
In 2014 hield de band haar laatste paar optredens. In een interview in Vice Magazine in december 2015 verklaarde MacGowan dat hij het nu definitief had gehad met de overige bandleden.[2]
Invloed
The Pogues hebben een grote invloed uitgeoefend op de popmuziek vanaf 1986. Vooral dankzij hen is folkmuziek niet alleen meer voor 'geitenwollen sokken', maar heeft het, ook nu nog, invloed op de moderne muziek. Groepen als Finnegan's Lads, Rowwen Hèze, Dropkick Murphys en Flogging Molly geven aan dat zij enorm beïnvloed zijn door The Pogues. Ook in de muziek van Pater Moeskroen is geregeld iets van The Pogues terug te horen; hun eigen nummer Laat maar waaien heeft de melodie van If I should fall from grace with God (het openingsnummer van het gelijknamige album) in de instrumentale gedeeltes, en de melodie van Streams of Whiskey in de refreinen. Ook hun nummer Whiskey is de Duivel is duidelijk ingegeven door het Pogues-nummer Whiskey You're the Devil, zowel qua tekst als melodie. De melodie van het nummer Slijterij van BZB is hetzelfde als die van Sally MacLennane van The Pogues.
In 2022 overleed basgitarist Darryl Hunt (72).[3] In 2023 overleed zanger Shane MacGowan (65).[4]
↑Een getal geeft de notering aan, een '-' betekent dat het nummer niet was genoteerd en een vetgedrukt getal geeft de hoogste notering van een nummer aan.
↑2018 was het eerste jaar met een notering voor deze artiest.