De plant wordt 20 - 50 cm hoog en heeft vaak roodachtige stengels. De vaak roodachtige, lang-lancetvormige, 2 - 4 cm lange bladeren zijn donkergroen. De bladrand is fijn gezaagd. Het blad heeft een iets hartvormige, versmalde voet. De onderste bladeren slaan terug tegen de stengel.
Stijve wolfsmelk bloeit van juni tot in september met meestal driestralige schermen. De bloeiwijze is een cyathium. De twee, driehoekige, geelgroene schutbladen onder de bloemes lijken net normale blaadjes en kleuren in een ouder stadium paars. De eenslachtige bloem heeft vier, gele, halvemaanvormige klieren zonder hoorntjes. De vruchtkleppen zijn geheel met bolvormige wratten bezet.
De vrucht is een 2 mm brede, driekluizige kluisvruchten met één, roodbruin, 1 mm breed, glad zaadje per kluis.
De plant komt voor op bouwland, in bermen en langs heggen en slootkanten met vochtige, kalkhoudende klei- of mergelgrond.