Aan Spaanse zijde vochten ook troepen van Franse rebellen (La Fronde) en Engelse aanhangers van de in ballingschap levende Engelse troonpretendent Karel II van Engeland. Zij stonden onder leiding van de regent over de Zuidelijke Nederlanden, Juan II van Oostenrijk, en de tijdelijk overgelopen Franse legerleider Condé. Aan de andere zijde vochten de Engelsen en de Fransen onder leiding van de Franse maarschalk Turenne. Deze coalitie was veel groter en had ook een groot overwicht ter zee. De slag eindigde in een vernietigende nederlaag voor Spanje (1.000 doden, 4.000 gevangenen, tegenover 500 doden en gewonden bij hun vijanden). De Slag bij Duinkerke was beslissend in de Frans-Spaanse Oorlog en leidde tot een de Vrede van de Pyreneeën, waarin Spanje een deel van de Zuidelijke Nederlanden (Artesië en stukken van Henegouwen en Picardië) afstond aan de Franse koning Lodewijk XIV.