Meestal bestaat de baan uit twee rechte stukken en twee bochten van 180 graden. De lengte is doorgaans 400 meter. De baan is door lijnen verdeeld in 4 à 6 stroken. Binnen de sintelbaan bevindt zich vaak een voetbalveld of ruimte voor andere atletieknummers.
Een goede sintelbaan heeft een intensief onderhoud nodig. Uitgesleten delen moeten regelmatig opgevuld dan wel geëffend en gerold worden. Nadelig zijn de regen- en modderplassen na een bui. Ook de lijnen op de baan moeten regelmatig schoongemaakt worden. Sintels geven de atleet geen optimale grip. Hierom worden er vaak spikepunten - metalen pinnen - onder de sportschoenen gebruikt.
Geschiedenis
De eerste[1] Nederlandse sintelbaan van 400 meter stamt uit 1923 en lag op het Landgoed te Werve in Rijswijk. De baan bestond toen overigens uit vier bochten en rechte stukken.
De laatste olympische wedstrijden die op een sintelbaan werden gelopen, waren die van Tokio in 1964.
Bronnen, noten en/of referenties
↑Spijker, A. e.a. (1998) Van Start tot finish – 75 jaar Atletiek op te Werve, uitgegeven door De Afdeling Atletiek van de 'Koninklijke/Shell' Sport- en ontspanningsvereniging 'Clubhuis te Werve Rijswijk', Drukkerij Tan Heck, Delft. Geraadpleegd op 19 februari 2024.
Strategi Solo vs Squad di Free Fire: Cara Menang Mudah!