De kerk begon in 1350 als kapel, in 1461 gaf Paus Pius II toestemming om de Heilige Mis daar te vieren. In de tijd van de Hervorming, mochten er geen rooms-katholieke kerken meer bestaan, daardoor werd de kapel tussen 1587 (?) en 1653 gesloten. Vanaf 1673 kwamen er doopinschrijvingen en in 1858 werd Duivendrecht een parochie. De in 1653 in een boerderij ingerichte schuilkerk maakte in 1840 plaats voor een bescheiden nieuw kerkje zonder toren, gebouwd onder leiding van de Amsterdamse architect Robertus van Zoelen, die daartoe het ontwerp van Waterstaatsopzichter Hermanus Hendrik Dansdorp had aangepast.[1] Aan het einde van de 19e eeuw werd er de huidige grote kerk gebouwd. Nog steeds is er een preekstoel uit de 19e eeuw aanwezig.
De twee torens, ongebruikelijk voor een dorpskerk, bestaan uit drie geledingen met torenspits, waarvan de eerste geledingen en de spitsen niet identiek zijn. De klokken zijn gegoten bij Petit en Fritsen te Aarle-Rixtel.
Ligging
De kerk is goed bereikbaar omdat station Duivendrecht er pal naast ligt. In de jaren zeventig heeft pastoor Laan er voor geijverd de kerk te behouden, toen deze in haar voortbestaan werd bedreigd door de bouw van het station.
↑T.H.von der Dunk, "De vorige katholieke kerk van Duivendrecht. Een vroeg werk van de architect Robertus van Zoelen uit 1840", Maandblad Amstelodamum, 93 (2006) no.5, p.13-30.