Bosgra was in 1961 een van de oprichters van het Angola Comité, dat werd opgericht naar aanleiding van de Portugese onderdrukking in Angola. Hij verbreedde de werkzaamheden van het comité door ook bevrijdingsbewegingen te ondersteunen in Guinee-Bissau, Mozambique en Zuid-Afrika[2]. Het comité werd in 1976 omgedoopt tot het Komitee Zuidelijk Afrika (KZA). In 1977 ontving hij de Dick Scherpenzeel Prijs voor de wijze waarop hij ontwikkelingslanden belichtte.
In 1982 was Bosgra een van de initiatiefnemers van de Stichting VN-jaar voor de sancties tegen Zuid-Afrika, die ijverde voor een culturele boycot van Zuid-Afrika vanwege het apartheidsregime. Ook maakte hij zich in de jaren 80 van de 20e eeuw sterk voor een olie-embargo tegen Zuid-Afrika.
Toen apartheid niet langer een actueel probleem vormde, richtte Bosgra zijn aandacht meer op het Midden-Oosten. Zo was hij in 2011 een van de aanvoerders van het verzet tegen de mogelijke nieuwe politiemissie in Kunduz (Afghanistan), zowel binnen GroenLinks als publiekelijk daarbuiten.