De naam Siechenhof ('ziekenhuis') verwijst naar de leprozerie die hier van de eerste helft van de 13e eeuw tot de 18e eeuw even buiten de vesting Luxemburg was gevestigd.[1][2] De Fransen noemden de leprozen les bons malades of les malades du bon Dieu, vandaar de naam Val des Bons-Malades. Vanaf 1514 stond de leprozerie onder beheer van een door de leprozen zelf opgerichte broederschap.[3] In 1739 werd de laatste lepralijder in Siechenhof ondergebracht en in 1770 nam de Stad het bestuur over. Siechenhof is vanuit de stad te bereiken via de Siechenpoort (Luxemburgs: Sichepaart, Frans: Porte des Bons-Malades). Op de begraafplaats van Siechenhof staat de kapel van de voormalige leprozerie, die tegenwoordig dienst doet als mortuarium.