Pryce en Jarier bleven ook in 1975 en 1976 voor het team rijden. Pryce behaalde nog twee derde plaatsen, in Oostenrijk in 1975 en in Brazilië in 1976.
Na de dood van Revson in 1974 werd het team in 1977 voor een tweede keer getroffen door een drama. Net als Revson drie jaar eerder, verongelukte Pryce eveneens op het circuit Kyalami tijdens de Grand Prix van Zuid-Afrika.
In 1977 reden zeven verschillende coureurs voor het team met Alan Jones als enige vaste rijder. Hij schonk het team zijn enige overwinning toen hij als eerste over de finish reed tijdens de Grand Prix van Oostenrijk. In 1978 haalden Hans-Joachim Stuck en Clay Regazzoni nog drie vijfde plaatsen maar vanaf dan bleven de resultaten uit. In 1979 kon Elio de Angelis nog één keer binnen de punten finishen, zijn teamgenoot Jan Lammers finishte nog enkele races buiten de punten. In 1980 kon Geoff Lees zich nog één keer kwalificeren voor een grand prix, maar verder konden de rijders zich niet meer kwalificeren en na de Grand Prix van Frankrijk verdween het team uit de Formule 1. Het team werd ondergebracht bij Theodore Racing dat op zijn beurt in 1983 uit de Formule 1 verdween.