Hij maakte zijn debuut als bariton (Stockholm, 1930) als Silvio in I Pagliacci. Hij zong verschillende jaren als bariton. In 1936, na verdere studie, debuteerde hij als tenor in de rol van Radamès in Aida. Zijn eerste Wagnerrollen (Lohengrin en Siegfried) volgden in 1937, samen met Lemminkainen in de première van Lars-Erik LarssonsDe prinses van Cyprus in datzelfde jaar.