De zesde etappe van de Ronde van Frankrijk 2008 werd verreden op 10 juli 2008 over een afstand van 195,5 kilometer tussen Aigurande en Super Besse. Het was de eerste van twee ritten in het Centraal Massief. Er lagen twee cols van de 2e categorie op de route: de Col de la Croix-Morand en Col de Super-Besse, beide in het middengebergte van de Monts dore.[1]
Verloop
Om 12u25 ging het peloton met 176 renners van start. Na de drie opgaves in de eerdere dagen stapte Aurélien Passeron in deze etappe niet op de fiets. In de slotkilometers van de vijfde etappe kwam hij ten val, wat tot gevolg had dat hij de Ronde van Frankrijk niet voortzet.[2] Sylvain Chavanel, de nummer twee in het bergklassement, wist na zes kilometer te ontsnappen en kreeg even later het gezelschap van Freddy Bichot en Benoît Vaugrenard. De drie wisten al snel een paar minuten uit te lopen, maar het peloton hield ze binnen schot: hun maximale voorsprong was iets meer dan 5 minuten. Chavanel kwam twee keer als eerste boven op de bergjes van vierde categorie.
Aan de voet van de Col de la Croix-Morand bedroeg de voorsprong nog 2 minuten. Vaugrenard kreeg het echter bij het begin van de beklimming al lastig en moest de andere twee laten gaan. In het peloton zat men intussen niet stil: er volgden enkele aanvallen van onder andere Rémi Pauriol. Félix Cárdenas en David de la Fuente gingen in de tegenaanval. De mannen van Caisse d'Epargne, in dienst van Alejandro Valverde, zetten zich vervolgens op kop van het peloton, Pauriol, Cardenas en De La Fuente werden ingelopen. Chavanel kwam als eerste boven op de Col de la Croix-Morand en nam zo de bolletjestrui over van Thomas Voeckler. In de afdaling liet Chavanel zich inlopen, Bichot zette nog even door met als doel de prijs voor de strijdlust te krijgen, maar slaagde uiteindelijk niet in zijn opzet: Chavanel kreeg de prijs. Ook werden na de aanvallen van Pauriol, Cardenas en De La Fuente kleinschalig opgezette aanvallen van een groep van 5 man met daarin 2 van de Baskische ploeg Euskaltel, een andere groep van 4 man, met onder andere Jens Voigt en Vladimir Jefimkin, gelegenheidstrio's, gevormd door Gorka Verdugo, Thomas Voeckler en Sandy Casar, Rémy Di Gregorio, Christophe Le Mével en wederom Vladimir Jefimkin, het duo van Laurent Lefèvre en Amaël Moinard en losse aanvallen van Aleksandr Botsjarov en David Moncoutié, die later bij Jefimkin kwam, niet beloond. Allen werden ze vroeg of laat door het jagende peloton bijgehaald.
Aan de voet van de slotklim werd Bichot bijgehaald door het peloton. Eens aan de slotklim begonnen, demarreerden Leonardo Piepoli en Christian Vande Velde op een paar kilometer van de streep. Maar de mannen van Caisse d'Epargne en Team Columbia brachten alles weer samen. Het leek alsof Stefan Schumacher makkelijk zou standhouden, maar op een paar honderd meter van de streep reed hij tegen het wiel van Kim Kirchen en viel, en hij verloor uiteindelijk zijn gele trui. Iedereen verwachtte een verwoestende eindsprint van Alejandro Valverde, maar het was Riccardo Riccò die aanging op zo'n 200 meter van de streep. Niemand kwam zelfs maar in de buurt van de Italiaan, die zijn allereerste rit in de Tour won. Valverde werd tweede, Cadel Evans in dezelfde tijd derde.[3]
Tussensprints
Bergsprints
Uitslag
Algemeen klassement
Strijdlustigste renner
Nevenklassementen
Puntenklassement
Bergklassement
Jongerenklassement
Ploegenklassement
Referenties