De Vos van Steenwijk was een zoon van de Overijsselse advocaat en latere gedeputeerde Carel de Vos van Steenwijk en Johanna Aleida Engelina van Nes van Meerkerk. Hij studeerde rechtswetenschappen aan de Universiteit Leiden. In 1909 promoveerde hij op stellingen en in 1912 op een dissertatie over de stemplicht. Hij was van 1918 tot 1931 (commies-)griffier van de Tweede Kamer, waarna hij in 1931 Commissaris van de Koningin van Drenthe werd. Daar maakte hij de crisisjaren van de jaren 30 van de twintigste eeuw mee. Hij zette zich in voor industrievestiging, verbetering van de infrastructuur en bevordering van het toerisme in Drenthe.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest De Vos van Steenwijk aftreden als commissaris van de Koningin en werd hij vervangen door de NSB'er Jan Liebe Bouma. Na de bevrijding keerde hij terug op zijn post en was hij weer Commissaris van de Koningin van 1945 tot 1951.