RSC Anderlecht ging in het seizoen 1980/81 op zoek naar zijn eerste landstitel sinds 1974. De club rekende daarbij op succescoach Tomislav Ivić, die eerder al bij Hajduk Split en Ajax had gewerkt. De Joegoslaaf hamerde op sportieve en tactische discipline. Hij stond bekend als een verdedigend ingestelde coach die garant stond voor goede resultaten. Na enkele jaren onder Raymond Goethals en Urbain Braems betekende de komst van Ivić een heuse ommekeer.
Anderlecht zette ook in op enkele nieuwe krachten. Ivić haalde bij zijn ex-club Hajduk verdediger Luka Peruzović weg en bij RWDM de ervaren libero Morten Olsen. De Deen was al 31 jaar toen hij naar Anderlecht verhuisde. In de winterperiode haalde nieuwbakken manager Michel Verschueren de Spaanse balgoochelaar Juan Lozano weg bij het Amerikaanse Washington Diplomats. Hij noemde het later zijn beste transfer ooit. Daarnaast nam Anderlecht ook afscheid van enkele oudgedienden. Met het vertrek van Rob Rensenbrink, François Van der Elst, Gilbert Van Binst en Nico De Bree maakte paars-wit plaats voor een nieuwe generatie.
Ivić stelde niet teleur. Hij liet zijn team zwaar trainen en voerde nieuwe systemen in. Aanvankelijk leidde dat niet meteen tot succes, maar Ivić panikeerde niet. Sterker nog, toen Anderlecht in september 1980 met 4-1 verloor van KSK Beveren voorspelde de Joegoslaaf zelfs dat paars-wit kampioen zou worden. Anderlecht sloot het seizoen af met 11 punten voorsprong op vicekampioen KSC Lokeren.
In de beker kende Anderlecht minder succes. In de tweede ronde werd Anderlecht uitgeschakeld na een 1-0 nederlaag tegen titelverdediger Waterschei.
Ook in de UEFA Cup stond het spelsysteem van Ivić nog niet op punt. Reeds in de eerste ronde werden de Brusselaars uit het toernooi gewipt door FC Kaiserslautern. De Duitsers wonnen de heenwedstrijd met 1-0 en hadden daarom in de terugwedstrijd genoeg aan een 3-2 nederlaag.
Het seizoen 1980/81 was het laatste met shirtsponsor Belle-Vue en het eerste onder manager Michel Verschueren.