Het museum werd opgericht in de aanloop naar de Exposition Internationale des Arts et Techniques dans la Vie Moderne die in 1937 in Parijs doorging. Eerste curatoren waren Nobelprijswinnaar Jean Perrin en Jean Rostand (voor de sectie biologie). In 1938 besloot de Franse regering de expositie die initieel tijdelijk was voorzien om te vormen tot een permanent museum.
Er zijn permanente opstellingen, met interactieve demonstraties rond wiskunde, fysica, astronomie, chemie, geologie en biologie. Het museum kent ook een planetarium met een Zeiss-projector en een koepel van 15 meter. Techniek en wetenschappen wordt in Parijs behandeld door het complementaire Musée des Arts et Métiers.